139
Op alle kaarten, schetsen, veldwerken enz. kleurt men het water
blauw, openbare gebouwen donkerrood, woonhuizen lichtrood
(carmin) schuren en andere gebouwen bruin (sepia) en legt, bij
voorkeur met crayon, een gele bies langs de blokgrenzen en langs
de eigendomsgrenzen, indien dit geen nadeel doet aan de duidelijkheid.
Inhoudsberekening. Even als de kaarteering onmiddellijk na de
meting en de berekening der kleinpunten wordt uitgevoerd, zoo
volgt de inhoudsberekening de kaarteering op den voet en voor dat
men tot het kleuren der kaart overgaat.
De inhoudsberekening heeft vierledig plaats, nl.
a. Twee berekeningen van elk perceel op verschillende wijzen,
door verschillende rekenaars en in afzonderlijke registers
Berekening van blokken of van vele perceelen samen;
c. Ruitsgewijze berekening van ieder blad.
De eerste berekening der perceelen geschiedt door middel van
de meetgetallen, van de coördinaten der kleinpunten of wel op
graphische wijze. Vooral kleine perceelen worden uit de meet
cijfers berekend, eveneens wordt bij lange en smalle perceelen de
breedte (bijv. die in de steenlijnen als basis der te vormen drie
hoeken) uit de meetcijfers overgenomen. Zijn de perceelen niet
te klein, dan kan de tweede berekening graphisch, bijv. met
poolplanimeter geschieden.
Wordt de inhoud uit de coördinaten der kleinpunten berekend,
dan bezigt men eens de formule
en eens: *xn'(y^ y,,^
Bij deze inhoudsbepaling worden de stukken, tusschen de meet
lijnen en perceelgrenzen gelegen, uit de meetgetallen of graphisch,
doch eveneens tweeledig berekend.
Worden de beide berekeningen van een perceel graphisch uitge-
Zeer waarschijnlijk zullen thans ook nauwkeurigheids-planimeters
worden aangewend.
/a -y» Xn.i -f- Xn-1)