149
(art. 1143.) Recueil méthodique des lois, décrets, ete sur le
cadastre de la France.
Men heeft echter in ons land geen daartoe strekkende maat
regelen genomen en aan het werk niet de eischen gesteld die dit
vérstrekkende doel vorderde.
Geheel onvoldoende is dan ook de nauwkeurigheid van ons
kadaster nu het door den drang der omstandigheden aan meer
dere eischen moet beantwoorden dan die, welke belastingheffing
stelt. Aanvankelijk door het publiek met de weinige ingenomen
heid begroet welke bijkans iedere onbekende zaak ten deel valt,
zijn thans de kadastrale gegevens bijna altijd de eenige aanduiding
van het onroerend goed waarover eenige transactie loopt.
Hoe onvoldoende het kadaster reeds terstond na de oprichting
voor dit doel was, zijn er nog vele oorzaken die voortdurend
samenwerken om de kaart en nog wel in toenemende mate
te doen verschillen van de indeeling van den bodem volgens de
aangenomen eigendomsscheidingen. De voornaamste hiervan is
wel de beweeglijkheid der perceelgrenzen. Al valt dit feit bij
oppervlakkige kennis van een terrein weinig in het oog, het is
zeker dat er na verloop van eenigen tijd in vele terreinen werke
lijke vervormingen der perceelen door ontstaan. Zoo worden b. v.
in lage polders slooten verbreed of versmald en niet juist altijd
aan beide zijden evenveel, zoodat de scheiding, die men zich in
het midden der sloot denkt, verplaatsing ondergaat. Evenzoo
in hooge terreinen, waarde afscheidingen bestaan uit drooge slooten
met daarneven opgeworpen wallen; de sloot stuift dicht en de
wal verbrokkelt, waardoor de afscheiding soms later eenige meters
van de ware plaats wordt aangenomen. Nog doet zich het geval
voor dat eene heg langzamerhand door uitsterving verdwijnt; de
open vakken worden door hekwerk aangevuld dat niet nauwkeurig
op de scheiding staat, maar toch na verloop van eenigen tijd, als
ook het overige deel der heg is te niet gegaan, voor de scheiding
wordt gehouden.
Deze gevallen zouden met zeer vele vermeerderd kunnen worden