159
,0,6,) l] t^P (q—i) [q-^p] [^p] N.
1 [Ay u] [Ay 4- (q1) AX] [q.Ay]
is, en de neigingsgoek N' dus eveneens niet verandert.
Thans overgaande tot de afleiding der formules van trig. Form.
19, stellen wij de verbeteringen, zoowel ter opheffing der fout f
als der fout q>, welke de afzonderlijke ordinatenverschillen Agti
enz. Apn_it moeten ondergaan vlt v2i enz., vn.lt welke de af
zonderlijke abscissenverschillen Aylm AX2. enz. Ayn.i moeten onder
gaan w1? w2i enz. Wn.i.dan moet, zal de fout der coördinaten
(23) fy [Ay] [Ap] [Ay] [s sin v],
(24) fx [Ax] [Ay] [Ax] [s cos v],
vernietigd worden
(25) Vi -t- v2 4- v3 4- vn.j [v] - - fy
(26) Wi 4- w2 4- w3 4 wn_i [w] fx
zijn.
De veranderingen der lengten sti s2i s3, sn_i der polygoon
zijden, gevolg der verbetering van de coördinatenverschillen,
noemen wij 3sit 3s2i 3s3, ds^ waarbij men aanneemt, dat
deze veranderingen evenredig zijn aan de lengten der zijden
zoodat, is e de verandering voor de eenheid van lengtemaat:
(27) <5s1 esi, <5s2 es2i... 3sn-i esn-
zal zijn.
Behalve de zijden worden echter ook de neigingshoeken n,
vz, fn-i, gewijzigd, deze wijziging voorgesteld door e zij
voor alle neigingshoeken gelijk.
Door de afgeleide verbeteringen behoort dan aan de volgende
vergelijkingen te worden voldaan
(28) [Ap] [v] (sj -f- 3st) sin (vi 4- f) 4- (s2 4- <Ss2) sin (v2 e)
4- 4- (sn_i 4- 3sn_isin (j/n-i 4- D^y3t
(29) [Ay] [w] (sj 4- 3si cos 4- e) (s2 4- 3s2 cos(v2 4-
(s„-i3sn.i cos (vn.i 4- e) [Ax]
waarvoor geschreven kan worden