w w
162
voorkomt, omdat zeer klein is, 0 stelt, dan krijgt men de
oorspronkelijke waarde
s v ./p m -n
terug.
Uit een en ander volgtdat de fout f wordt opgeheven door
de verandering der lengten der polygoonzijden, de fout qp door
wijziging van hoeken wat in overeenstemming is met den oor
sprong der fouten f en qp.
Bij deze wijze van foutenverdeeling is, in verband met de be
naderingsmethode welke aan de ontwikkeling der formules ten
grondslag ligt, q> en q 1 e zoodat, zie (10) tot en met (15),
e z/y, ti, e t2e .dpn-i t„-i en e /1U Ui, e /Jfc u,.
e z/Pn-i Un-i is.
In het algemeen heeft men dus:
(70) q_1=. «rC^]+«.M
(71)
+fy if fx I 'P I
UwY [jxy
welke formules opgegeven zijn boven de kol: 14, 15 en 16 van
trig. Form. 19.
De verbetering der hoekfout door de gelijke verandering van
alle neigingshoeken, heeft met betrekking tot de brekingshoeken
alleen wijziging- van aan en afsluithoek ten gevolge, wat slechts
dan juist is, wanneer de neigingshoeken niet door middel der
brekingshoeken werden gevonden, doch rechtstreeks, door meting
met de boussole werden bepaald.
Bij meting met den theodoliet vindt men de neigingshoeken
door geleidelijke optelling der brekingshoeken, wier fouten door
de optelling zich opeenhoopen, waardoor het noodig wordt de
neigingshoeken verschillend en wel zoo te wijzigen, dat behalve
aan- en afsluithoek, ook de overige brekingshoeken eene verandering
ondergaan.
Men zal dus de foutenverdeeling volgens de ontwikkelde for
mules doen plaats vinden, wanneer de neigingshoeken met de boussole