171
Deze rede, ongeveer half elf aangevangen, werd door de heeren
Abresch, de Balbian, Balfoort, van Beek, Boer, Boon,
v. d. Br iel, P. v. Dijk, Engelmann, Gombault, II. P. de
Haan, J. W. den Har to gh, baron v, Hemert tot Dings-
hof, Hess els, Hoffmann, Hors ting, Kalkman, Lensink,
Meijer, Oosterman, P. G. Prins, Stucki, Thonus, Ver.
haar en Weygers*) met belangstelling aangehoord, waarvan zij
door toejuiching blijk gaven.
De Voorzitter benoemde nu, na overleg met de vergadering,
eene commissie bestaande uit de Heeren: P. G. Prins, van den
Briel en Balfoort, om een verslag van de vergadering voor
de pers op te stellen. De genoemde heeren namen met bereid
willigheid die taak op zich. Vervolgens deed de Voorzitter mede-
deeling, dat hem door de Rijkscommissie voor Graadmeting en
Waterpassing waren toegezonden de uitkomstender nauwkeurigheids
waterpassing in Nederland eene toezending, waarin hij een teeken
van belangstelling meende te mogen zien, en die hij daarom zeer op
prijs stelde, welke waardeering de vergadering blijkbaar deelde.
De rekening en verantwoording over 1S87, aantoonende een
bedrag aan inkomsten van 1221.38'/,, en aan uitgaven van
738.19i/j, werd in handen gesteld van eene commissie, bestaande
uit de heeren baron van Hemert tot Dings hof, P. v. Dijk
en Weygers.
De begrooting over 1889 met eene raming van IPSO**, voor
inkomsten en van f 1120 voor uitgaven werd vastgesteld met
eene verhooging van f 100 voor de uilgaven, naar aanleiding van
een voorstel van den heer Hess els, om de som uitgetrokken voor
kosten van de redactie met dat bedrag te vermeerderen.
Later verschenen nog ter vergadering de heeren van Buren Lensink,
A. van Eek en Wagemaker.
Het vermoedelijk batig saldo over 1888, geraamd op f 400.— is
hieronder begrepen.