178
gadering dank voor diens uitvoerige, zaakrijke inleiding en bracht
daarna de algemeene strekking der stellingen in behandeling.
De heer Boer was van meening, dat de besprekingen vooral
dienst moeten doen om het publiek rekenschap te geven van de
gronden en beweegredenen, waarop de besluiten der vergadering
steunen. Om die reden wenschte hij eenige zeer algemeene be
schouwingen ten beste te geven.
Hij vestigde er de aandacht op, dat bij eene hervorming van
het kadaster niet uitsluitend gelet moet worden op de mogelijk
heid van het beslechten van grensgeschillen, doch vooral daarop,
dat hij, die grondslagen wil ontwerpen voor eene instelling die
gedurende véle generatiën dienst moet doen, rekening moet houden
met gewenschte hervormingen op aanverwant gebied, en zich
zelfs de mogelijkheid moet voorstellen van ingrijpende wijzigingen
in publieke en individueele rechten.
In 't bijzonder moet z. i. in verband met het onderwerp wor
den gelet op de toekomst van de rechten op onroerende goederen,
de boekhouding op die rechten en op het samenstel der Rijks-
provinciale- en gemeentelijke belastingen.
Hij wees op de merkbare strooming, die beperking van het
eigendomsrecht wil, bijv. door uitbreiding van de onteigeningswet, en
op de feitelijke beperking, die reeds opgesloten ligt in de nieuwste
gemeentelijke verordeningen op het bouwen in groote steden.
Ook vestigde hij de aandacht op de algemeen gewenschte
hervorming van ons recht op de vervreemding en bezwaring van
onroerende goederen. Velen zouden tevreden zijn met eene
verbetering van ons negatief stelsel, anderen wenschen een grond
boek. Voorts deelde hij eenige hoofdtrekken mede van een hier
te lande nog onbekend stelsel (van Torrens) uit Australië afkom
stig, dat in den laatsten tijd in Frankrijk bij velen bijval vindt.1)
Elke hervorming, sprak hij, zal bevorderd worden door het
Wij hopen dit hoogst belangrijke onderwerp later te behandelen.
(Red.)