182 voor sommige gemeenten, en wel omdat door het nieuwe kadaster de beginselen van ons burgerlijk recht niet worden veranderd doch slechts een nieuw bewijsmiddel wordt ingevoerd. Met het oog op de kosten drukte hij zich nog sterker uit dan de vorige sprekers, bewerende dat de metingen voor een eigen domskadaster minder moeten kosten dan thans, nog ongerekend de millioenen, die nu aan periodieke vernieuwingen moeten besteed worden. Ook zou de boekhouding, vooral de hypothecaire, zeer worden vereenvoudigd, daar het aantal nummers zal worden gedecimeerd, hetgeen ook de gelegenheid zal geven, om die boek houding rationeeler in te richten. Bovendien geloofde hij niet, dat de opmaking en de bijhouding van den legger meer bewer kelijk zou worden door de vermeerdering van het aantal kolommen met ééne, terwijl ook het perceelenregister (No. 71) zeer zou ver eenvoudigd worden. De heer A. van Eek achtte het moeielijk om tot eene bepa ling van de kosten te komen. Zulk eene bepaling meende hij ook niet noodzakelijk, omdat hij verzekerd was, dat de thans fungeerende Minister van Financiën vrijgevig is voor zaken, die werkelijk het geld waard zijn. Na nog enkele inlichtingen gevraagd en bekomen te hebben, verklaarde hij met den inhoud der stellingen en met de toelich ting over het geheel wel te kunnen medegaan. De Voorzitter sloot hierop de discussiën, waarna de stellingen met algemeene stemmen werden aangenomen. De commissie voor het nazien der rekening en verantwoording over 1887 bracht bij monde van den heer baron v. Hemert tot Dingshof een gunstig verslag uit, daarbij de vergadering uitnoodigende, om den Secretaris-Penningmeester te bedanken voor het gevoerde beheer, aan welke uitnoodiging door applaus gevolg werd gegeven. Voor de verkiezing van een bestuurslid zijn vier stemmingen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1888 | | pagina 188