DE ZAKELIJKE RECHTEN OP ONROERENDE GOEDEREN
IN NED. INDIË, TIJDENS DE NED. O.-I. COMPAGNIE.
Het groote nut van geschiedkundige studiën is m. i. gelegen
in de omstandigheid, dat die studiën ons een helder beeld schen
ken van het ontwikkelingsproces dat tegenwoordige toestanden
deed ontstaan en ons daardoor een dieper blik gunnen in het
wezen der dingen. Is dit in het algemeen waar voor toestanden
op politiek en staathuishoudkundig gebied, het geldt evenzeer
van maatschappelijke instellingen.
Ook de wetten, regelende de zakelijke rechten op onroerende
goederen, de belastingen, aan welke die goederen onderworpen
zijn, dat geheele stelsel van wetten en bepalingen, waarmede ten
allen tijde het kadaster ten nauwste verbonden was, heeft met
dien tak van administratie een tijdperk van wording doorleefd,
waaruit de thans bestaande toestanden zijn voortgekomen en
waarvan die toestanden een noodzakelijk gevolg zijn.
Om eene geschiedenis van het kadaster te kunnen schrijven,
behoort men op te klimmen tot het ontstaan der persoonlijke
rechten op onroerende goederen, die de invoering van een kadaster,
zij het dan ook eerst in zeer primitieven vorm, noodzakelijk maakten.
Een onschatbare bron voor de studie dier geschiedenis in onze
koloniën werd kortelings geopend in het «Nederlandsch-Indisch
plakaatboek" bewerkt door Mr. J. A. v. d. C h ij s en uitge
geven door het Bataviaasch genootschap van kunsten en weten
schappen met medewerking van de Nederlandsch-Indische regeering.
Wel is waar loopen de thans verschenen deelen nog slechts
tot het jaar 1709, maar het 4e deel mag, naar mij werd mede
gedeeld, nog in dit jaar worden te gemoet gezien en ook de overige
12*