187
de schepen konden worden gekalefaterd, de retour-vloten verzameld
en uitgerust.
Reeds bij de instructie voor P, Both was dan ook gelast dat
de gouverneur-generaal als een zijner meest urgente plichten zou
beschouwen de verkrijging van een stuk grond dat gunstig genoeg
gelegen was om er een fort te houwen en dat aan tal van andere
voorwaarden in. de instructie genoemd moest voldaan, om te
dienen tot een rendez-vous van de gansche Indische navigatie."
Jaren duurde echter zoowel in Nederland als in Indië de strijd
der meeningen over de keuze dier plaats.
Achtereenvolgens werden Bantam, Jacatra, een der eilanden
in of nabij straat Sunda, Malakka, Ambon of een der Molukken
aanbevolen, maar ook hier zouden de omstandigheden zeiven tot
de juiste keuze leiden.
Bij de komst van P. Both in Indië was Bantam de voor
naamste factorij der Compagnie op Java. De vorst van dit rijk
was met de vestiging der Nederlanders in zijne hoofdplaats hoo-
gelijk ingenomen, om de voordeelen die hun handel hem aan
bracht. De oorspronkelijk goede verstandhouding was echter
door verschillende redenen allengs in een zeer gespannen verhou
ding overgegaan, waartoe de baatzucht van den vorst, die telkens
de tol- en andere uitgaande rechten verhoogde, den eersten stoot
had gegeven. Het gedrag der vele liederlijke sujetten, die de
Compagnie in dienst had en de naijver der Engelschen, die zich
mede te Bantam hadden gevestigd, maakten den toestand hoe
langer hoe erger. De rijksbestierder volgde met de sluwheid den
inlander eigen, de politiek van beurtelings Engelschen en Hollan
ders te begunstigen en daardoor van beiden voordeelen te trekken.
P. Both besloot den vorst met zijne eigene wapens te bestrijden.
Oostwaarts van het eigenlijke rijk van Bantam lag het regent
schap Jacatra, welks bestuurder, die den titel van regent droeg,
een vasal van den vorst van Bantam was, maar zich niet in alle
opzichten den ondergeschikte van dien vorst achtte en den naam
had niet ongenegen te zijn zich te eeniger tijd met de hulp, hetzij