300 „beswaernisse behoorde t' ontlasten ende deselve te reputeren als „vrij eygen ende allodiael goet, die in cas van alienatie met den „thienden penning van den vercoop, als synde 's Heeren gerech- „ticheyt, gelych alle andere uytgegeven huyserven deser stede be hoorden te bestaen ende alleen subject te blijven aen den Heer „de thienden van de jaerlycksche vruchten op de landen ende „thuynen vallende te betalen, sonder eenige andere erkentenisse „ofte voordere belastingen onderworpen te syn." Na rijpe overweging en beraadslaging wordt daarop in de vergadering van den Gouverneur-Generaal en Rade van Indië besloten, geheel overeenkomstig het advies van den Raad van Justitie te handelen en werd aan deze Resolutie uitvoering gegeven door twee hoogstbelangrijke plakaten, namelijk die van 1 April en van 30 April 1637. Het plakaat van 1 April verklaarde uitdrukkelijk alle binnen en buiten het ressort van Batavia liggende, als leenen uitgegeven of nog af te stane landen en tuinen „exempt van den tytel ende servituyt van leenen" en te zijn „vrij eygen patrimoniale en allodiale landen ofte goederen," en bepaalde de belasting bij over gang van deze goederen op 10 °/0 van de waarde. Het onderscheid, tot nog toe gemaakt tusschen woonerven binnen de stad en landerijen daar buiten was dus thans geheel weggevallen. Bij het plakaat van 30 April d. a. v. werd Frans Floresz van Bereken rode, gezworen landmeter bij den Hove van Holland, als eerste landmeter en rooimeester te Batavia aangesteld. De instructie voor dezen ambtenaar is helaas niet in het pla- kaatboek opgenomen. Alleen is aangeteekend dat zijn salaris werd bepaald op: 4 stuivers „voor de royinge ende metinge van yder quadraet „roedt huyserfs" 3/8 reaal van achten voor de rooying en meting van elke „hondert quadraet roeden thuyn ende landterven." S. A. SPAARWATER. Wordt vervolgd.)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1888 | | pagina 206