202 kunnen herstellen. Daartoe moet een dubbel worden gehouden van het dagregisterwaarin, behalve akten voor overdracht of voor vestiging van hypotheek, moeten vermeld worden akten van sessie, subrogatie, doorhaling, verandering van domicilie enz. kortom alle akten, bestemd om in de andere registers te worden over- of ingeschreven, vermeld of aangeteekend. Het dagregister moet ook den notaris of het rechterlijk college aanwijzen die de minuut onder berusting heeft. De notaris moet van akten, in brevet verleden, tevens eene copie aan den bewaarder overleggen. Die kopieën met het dubbel van het dagregister worden gede poneerd ter griffie eener rechtbank in eene andere plaats dan die van het hypotheekkantoor. De heer van Eek, hoewel erkennende, dat eene dergelijke rege ling ook voor ons land reeds eene groote verbetering zou zijn, en veel minder kostbaar dan de verkorte dubbele boekhouding blijft echter aan de laatste de voorkeur geven. «Hij, Voorzitter, meent te moeten opmerken, dat hier te lande een geheel ander stelsel heerscht, wat te meer onmogelijk maakt zich, gelijk in België, alleen tot bouwstoffen voor de aanvulling van het vermiste of beschadigde te bepalen, dat hier zeer zeker de dubbele boekhouding zelf, alleen echter voor den rang der verbanden onontbeerlijk is en dat onze veelvuldige aanraking met de griffiers der rechterlijke lichamen ons geen vrijheid geeft, die zorg daaraan optedragen, terwijl boven dien de rechterlijke indeeling hier te lande zoo uiteenloopt met die aan genomen voor de hypotheken, dat de opdracht aan de griffiën, ook uit dien hoofde, niet wel mogelijk zoude zijn. Er behoeft den bewaarder zeker deswege geen afzonderlijke belooning te worden toegekend, doch hij behoort volkomen schadeloos te worden gesteld voor zijn verschot ten, waarbij men hebbe te bedenken, dat het hier een uiterst duidelijk en nauwkeurig werk behoort te wezen. De aanleg alleen voor de in schrijvingen en doorhalingen, natuurlijk eerst te beginnen met 1 Januari 1879, zoude misschien wel een ton of meer kunnen vereischen, de hij- houding, naar hij gist, minstens gemiddeld 'sjaars f 750 per bewaring. Zeker zoude die uitgaaf niet onaanzienlijk zijn, doch als mon gelieft te bedenken, dat men, bij een nootlottig geval een bewaring overkomen, minstens wel zoude over hebben een duizendvoudig offer, om te hebben,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1888 | | pagina 208