14 wetenschap tegenwoordig aangeeft, daarom is het niet mogelijk om wiskundig den graad van nauwkeurigheid van dit werk te bepalen. Om te beoordeelen of het voor een praktisch doel nauwkeurig genoeg is, is het voldoende, van de veelhoeken de verschillen met de drie voorwaarden te bepalen, welke zijn 1 het verschil der tours d'horizon met 360° 2 het verschil der driehoeken van iederen driehoek met 180°+ het spherisch exces, 3 het verschil van de som der logarithmen der sinussen van de linksgelegen hoeken met die van de rechtsgelegen in iederen veelhoek. Indien voor dit doel de hoeken uit tafel I. van het P. H. wor den genomen, welke de waargenomene tot het centrum herleide hoeken zijn, dan ziet men, dat die verschillen zeer klein zijn. Professor Cohen Stuart heeft echter ontdekt, dat, indien uit de nog bestaande registers van waarnemingen van K. de hoeken van tafel I. P. H. opnieuw worden bepaald, deze met de daarin voorkomende verschillen. Die verschillen zijn vermeld in „de Eischen der Medewerking aan de ontworpen Graadmeting in Midden-Europa voor het Ko ninkrijk der Nederlanden, toegelicht door F. K a i s e r en L. Cohen Stuart.'' Deze verschillen zijn zelfs nog niet op metingen voor het ka daster van nadeeligen invloed. Het is ook volstrekt niet bewezen, dat de door Cohen Stuart berekende hoeken dichter bij de ware komen, dan die welke in tafel I. vermeld zijn. Bij eene herberekening van het net van K. zouden de laatstgenoemde hoeken, voorkomende in de uitgaaf van 1827, veilig als grondslag voor eene herberekening kunnen worden aangenomen. Eene geheel nieuwe driehoeksmeting zal natuurlijk ook voor 't kadaster de voorkeur verdienen, boven het herberekenen van 't net van K. omdat de practische en wetenschappelijke hulpmiddelen voor zulk een werk thans aanmerkelijk beter zijn dan in 't be gin dezer eeuw.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1888 | | pagina 20