207
ceeren. Voor alle dingen wensch ik echter te zeggen, dat het volstrekt
niet in mijn verwachting ligt, dat de 18 punten, welke ik voorstelde,
door u alle zullen worden aangenomen. Maar hierop meen ik te moeten
aandringen: laten wij, omdat een andere regeling mogelijk is, een
voorgestelde niet bestrijden. Men kan een zaak altijd anders in
richten, zeide minister van Bosse, maar laat ons toch op e e n i g e
manier de zaak beter regelen. Daartoe roep ik uw kameraadschappelijke
medewerking in. Geven en nemen wij om beurten, en het zal ons
zeker, onder de leiding van collega van Eck, die, naar ik meen, nu
voor de 10e keer onze bijeenkomst presideert, wel gelukken onssamen-
zijn te Rotterdam in zijn gevolgen nog lang te laten leven.
Ik wenschte, zooals ik zeide, met één leidende gedachte, de punten
op ons programma te classificeeren en ik tracht dit te doen op deze wijze
1°. Er zijn punten overgenomen uit het rapport der Commissie
van 1870. Het komt mij toch voor, dat de Commissie, die zich met het
ontwerpen bezig houdt van een nieuw burgerlijk wetboek, dat het
bestuur der registratie, dat elk, die van voornemen is de hand te leggen
aan een verbetering van het hypotheekwezen, als punt van uitgang het
ontwerp der Commissie van 1870 nemen moet. Het komt mij niet
geraden voor veel meer overhoop te halen dan bij dat ontwerp geschiedde.
Het is het werk van hoogst bekwame mannenhet vormt een geheel
het is een arbeid, die, al vond hij ook niet overal en altijd goedkeuring,
buiten kijf groote verdiensten heeft en beter lot verdient dan ongebruikt
te blijven. Het ontwerp van 1870 gaat uit van het beginsel, dat over
het algemeen de grondslagen van het hypothecair stelsel, zooals het
burgerlijk wetboek die invoerde, moeten blijven gehandhaafd. Het
negatief stelsel is ook het zijne. Het staat daarbij vast, dat de over
schrijving van den titel niets anders is dan de openbaarmaking daarvan
en geenerlei waarborg geeft voor zijn deugdelijkheid. Verder blijft
de boekhouding op het perceel en niet op den naam de boek
houding der toekomst en door deze twee gedachten geleid, kon het
werk der Commissie dan ook geenszins revolutionair uitvallen. Er zijn
er onder u, die een meer radicale hervorming hebben voorgestaan. Het
Grondboek met zijn positieve strekking heeft ook voorstanders. Het is
door de Commissie niet veroordeeld, zonder dat zij haar gronden opgaf.
Zij toont in haar toelichting aan, hoe het negatief stelsel door een lang-
1) Verslas der Staatscommissie voor de herziening der wetgeving op de eigendoms-overdracht
van onroerende goederen, hot hypotheekstelsel en het notariaat, Gebr. Belinfante s Gravenhage,