218 gevolgd. Wat kan dan toch de reden zijn, waarom deze maatregel uitbleef? Misschien, opdat wij hem in het leven zouden kunnen roepen. In elk geval vlei ik mij, dat ik, dit schrijvende bij voorbaat collega van Eek geluk mag wenschen met de invoering van een maatregel, zoo noodig als brood, en die toch het publiek alleen aan zijn volharding verschuldigd is. Ten einde niet al te puntig te worden bepaalde ik mij bij de opge- noemden. Er zijn verscheiden onderwerpen, die evenzeer, er zijn er misschien die meer recht hadden om behandeld te worden dan die welke ik aangaf. Maar men doet een onderwerp geen dienst als men het uitput. Ik heb genoeg gezegd om het vuurtje aan den gang te maken en ik hoop dat er veel zal afbranden van wat niet beter verdient dan te vergaan. Ik hoop dat een vruchtbare asch zal achterblijven, waaruit als een fenix met nieuwe jeugdige kracht en schoonheid de belangrijke instelling zal verrijzen, die het hypothecair stelsel voor het volk is. Bovenal hoop ik dat voor die punten, welke zoo dringend om voor ziening schreien als de invoering eener dubbele boekhouding, de regeling der cessies, de organisatie van het kadaster, de vaststelling der periodieke vernieuwing, de redding komen zal eer het te laat is. Hannibal staat voor de poorten, mijne Heeren! de nood dringt, Commissiën hebben geen haastHerinneren we ons, dat er een wachter is op het Kapitool Het Bestuur der Registratie! NASCHRIFT VAN DEN HEER VAN DER STOF. Gaarne maak ik gebruik van het mij toegestaan voorrecht om over mijn voorstel het laatste woord te hebben. Met genoegen denk ik terug aan de behandeling mijner punten in onze bijeenkomst en ik moet toegeven, dat op menig punt de discussie mij voorkwam in den aanval sterker te zijn dan in de verdediging. In het bizonder geldt dit punt 6. Ik erken dat de overschrijving, al is zij een langwijlige formaliteit, voor de goede bewaring der akten grooter waarborg oplevert dan de overschrijving van borderellen en de bewaring van losse afschriften. Ik zie in, dat door middel van de overschrijving een schaal voor de bereke ning van het salaris aan de hand wordt gedaan, die wel niet volkomen redelijk maar toch bruikbaar is gebleken en ik begrijp dat een onzer 1) Hier meen ik, gelijk men uit mijn vorige aanteekening zag, met den geëerden voorsteller te moeten verschillen, ik ben niet te vreden met bouwstoffen alleen, ik wil de dubbele boek houding zelf. A. v. E.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1888 | | pagina 224