16 zonder dat men eerst de lengte en breedte van ieder punt behoeft te berekenen, zooals bij de gewijzigde van Flamsteed het geval is. Het bepalen der punten van den 2en rang zal geheel opnieuw moeten geschieden en mocht het blijken, dat er punten van den lste rang zijn weggeraakt, dan wordt hierin te gelijkertijd voorzien. De metingen indertijd gedaan door prof. S t a m k a r t zullen hierbij wellicht veel van dienst kunnen zijn, niettegenstaande deze voor een wetenschappelijk doel zijn afgekeurd. Indien het bepalen der punten van den *2ea rang op die plaatsen het eerst gebeurt, waar hermetingen van gemeenten het noodzake lijkst zijn, dan kan hiermede binnen een paar jaar worden begonnen. M. i. is het voldoende en wat én tijd, én geld betreft, ook mogelijk, dat deze hermetingen voor het kadaster hoofdzakelijk op eene wijze geschieden, als tot heden gebeurde, mits de per ceelsgewijze meting iets nauwkeuriger zij en aan de opname der eigendomsgrenzen nog meer zorg worde besteed. De kaarteering zal op grooter schaal moeten plaats hebben, naarmate het in kaart te brengen terrein meer waarde heeft. Het is echter mijn doel niet om verder in bijzonderheden te treden, ik wensch hierbij alleen de aandacht te vestigen op een werk, dat voor het kadaster van onschatbaar veel waarde kan zijn. Groningen, Nov. 1887. Volgens de missive van de Rijkscommissie voor graadmeting aan Z. E den Minister van Binnenlandsche zaken van den 28 Februari 1885 zijn de metingen van S tam kar t minder nauwkeurig dan die van K r a ij e n- hoff. Zie de Jaargang I van dit tijdschrift. De metingen van S. zijn zonder twijfel meer als voldoende nauwkeurig voor metingen van lagere orde. R O E G H O L T.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1888 | | pagina 22