241 uitvoering te geven? Ik kan dit niet uitmaken, maar zeker is het dat het plakaat van 19 September 1664, waarbij het collegie van Heemraden werd ingesteld, een doode letter bleef tot 1679 en dat ook aan het plan betreffende de ringsloot eerst in dat jaar door den G.G. Rijcklof van Go ens een begin van uitvoering werd gegeven. De verschillende oorzaken die van Goenser toe brachten deze zaken eindelijk door te zetten, waren, behalve die welke reeds onder Maetsuycker de plannen daartoe hadden doen rijpen, nog bovendien de uitdrukkelijke last van de Bewind hebbers in Nederland om den landbouw te bevorderen en de overtuiging van v. Go ens, dat de vrije burgers zooveel mogelijk van zeevaart en handel afkeerig moesten worden gemaakt en tot landbouw en nijverheid worden gedreven. De groote motor der binnenlandsche wetgeving van de Cie, de strijd tegen den vrijen handel en tegen den handel door hare dienaren (particulieren handel) was ook hier wêer in het spel. Die strijd gaf het wezen aan de „Ordre en reglement ter ver gadering van de Seventiene op den inlantsen handel in India „voorts vaderlantse drinkwaren en coopmanschappenitem tot „weeringe van den particulieren handel van 's Comps Ministers „enz. enzwaarin o. a. voorkwam: „Maar vooral sullen „de voorschreven vrije luiden, alomme sooveel doenlyck moeten „worden geanimeert tot den lantbouw, Dat het v. G e u n s ernst was met de opvolging van dit voor schrift, blijkt uit zijn schrijven van 31 Januari 1679 waarin hij voorstelt om geen enkel dienaar der Cie. meer in vrijheid te stellen dan onder „expresse conditie", dat hij niet anders dan landbouw, winkelnering, visscherij of handwerken zou drijven en uit dat van 13 Februari 1679 waarin hij mededeelt dat hij, om de burgerij meer en meer te noodzaken van de zeevaart af te zien, de voor naamste van hare schepen, jachten en sloepen voor een redelijken prijs had in huur genomen. de Jonge dl. VI. Tijdschrift Kadaster 1888. 16

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1888 | | pagina 247