243
„van den eenen aan d'een syde en de ander aan d'ander syde
„iets van hare landen aff off toe te doen", zoo werden den dijk
graaf onpartijdige gecommitteerden toegevoegd om te doen wat
recht was.
Art. 15 bepaalde eindelijk, dat „de landmeter Suurmond hem
„t'allen tijden moest laten gebruyken, daar 't buyten de stad en
„voorsteden sal noodig wesen, sonder nogtans iets te meeten off
„te rooyen, dan met gemene kennisse, bysonderlyk niet eenige
„nieuwe landen, dan na voorafgaande ordre van den Gr. Gnl. en
„Raden van Indië, op wiens name de landen uytgegeven werden".
Bij plakaat van 23 Juli 1680 werd een reglement voor het
collegie van Heemraden uitgevaardigd, waarbij tevens het ambt
van dijkgraaf werd ingetrokken.
Daar dit college tot het einde der Compagnie in wezen bleef
en een gewichtig deel van zijn taak bestond in de werkzaamheden
thans aan de administratie van kadaster en grondbelasting opge
dragen, behalve nog het beslechten van alle geschillen over den
eigendom of over de grenzen der vaste goederen, dient dit regle
ment eenigszins uitvoerig besproken.
De inleiding leert ons de motieven die tot de oprichting van
het collegie hadden geleid en geeft tevens een beknopt overzicht
van den uitgebreiden werkkring daaraan opgedragen. Aangezien,
zoo luidt ongeveer die inleiding, door de belangrijke uitbreiding
van deze kolonie, vele ver-afgelegen landerijen dagelijks meer en
meer worden in cultuur gebracht en bij ervaring gebleken is, dat
sommige eigenaren, onder voorgeven dat hunne erfbrieven hun
daartoe het recht geven, hun bezit aanmerkelijk verder hebben
uitgebreid, dan waartoe die erfbrieven hun het recht verleenen;
aangezien daardoor de Cie niet alleen wederrechtelijk van grond
wordt beroofd en meermalen bij het verleenen van nieuwe grond
brieven aan anderen in moeielijkheden geraakt, maar ook tusschen
de eigenaren van aan elkander grenzende landen dikwijls hevige
geschillen ontstaan over ieders eigendom; aangezien ook, tot ver
krijging van veilige en geschikte uitwegen voor de bebouwde landen