18
De tijd, voor de vernieuwing der secondaire driehoeksmeting noodig,
hangt af van de grootte van het personeel, dat er mede is
belast, en het spreekt wel van zelf, dat de Commissie voor
Graadmeting en Waterpassing dien omvangrijken arbeid niet zelf
kan uitvoeren, doch een voldoend personeel onder hare bevelen
moet geplaatst worden, om het werk in weinig jaren tijds te
doen afloopen.
Doch de heer R. wil blijkbaar tijd besparen op de vereffening,
door die niet volgens strenge rekenwijzen, doch volgens benade
ringsmethoden uit te voeren, dus ten koste van de nauwkeurigheid.
Hiermede komen wij tot ons hoofdbezwaar tegen zijn voorstel.
Ten einde de metingen van Krayenhoff in eene andere
projectie ie berekenen, zouden de vereffeningen op nieuw
plaats hebben en wel veelhoek voor veelhoek, om die te doen
beantwoorden aan de drie bekende voorwaarden. De verschillen
tusschen de hoeken, als gemeten voorkomende in het Précis
Historique en de vereffende hoeken zullen dientengevolge allicht
tot 10" of meer opklimmen. Deze verschillen hebben dan nog
slechts betrekking op den stand der punten (torenspitsen) tijdens
de metingen van Krayenhoff in het begin dezer eeuw; de
verplaatsingen of veranderingen (door stormen, verzakkingen, ver
bouwingen enz.) kunnen niet gemeten, dus ook niet in rekening
gebracht worden, zij doen niettemin hun invloed op de resultaten
der nieuwe secondaire driehoeksmeting gevoelen.
Waar zulke verschillen en dergelijke invloeden samenwerken,
baat eene groote nauwkeurigheid in de metingen voor het secon
daire net weinig; de verschillen tusschen de gemeten en ver
effende hoeken in dat net zullen allicht tat enkele tientallen
seconden opklimmen, hetgeen beteekent, dat de plaats van een
secondair punt ten opzichte der omringende eenige meters onzeker
is. Het noodwendig gevolg zal zijn, dat ook de plaats van een
Wij laten buiten bespreking de vraag of de door den Schrijver
genoemde projectie wel de meest verkieslijke is.