AANSLUITING VAN DRIEHOEKS-METINGEN.
De aansluiting van driehoeksnetten aan punten van hoogere
orde is een landmeetkundig vraagstuk van uitnemend praktisch
belang en het mag wel eenige verwondering baren, dat over die
zaak nog zoo weinig in het licht is verschenen.
Het is waar, dat men zich moeielijk eene eenvoudiger methode
kan voorstellen dan die van den heer Gleuns, terwijl het niet
licht iemand zal gelukken, een fraaier oplossing te vinden dan
door den hoogleeraar Dr. Gh. M. Schols is gegeven.
De bestudeering en veelvuldige toepassing van beide methodes
hebben mij echter doen zien, dat de eerste somtijds onvoldoend
nauwkeurige uitkomsten geeft voor metingen, welke op groole
schaal gekaarteerd moeten worden, terwijl het hulpmiddel, waar
door de tweede methode praktisch bruikbaar gemaakt wordt,
wanneer het getal aansluitingspunten meer dan drie bedraagt,
hare waarde werkelijk vermindert.
Hel komt mij daarom voor, dat iedere andere oplossing van
het vraagstuk, die op goede grondslagen berust en niet te veel
arbeid vordert der bekendmaking waard is,
Dit heeft mij er toe geleid, om in dit opstel eene methode
publiek te maken, die naar mijne bescheiden meening aan de
eischen eener goede benaderingsmethode voldoet. Zij berust op
den theoretischen grondslag, dat de nauwkeurigheid der uitkomsten
van de berekening der coördinaten van een punt, door aaneen
gesloten driehoeken aan punten van hoogere orde verbonden, af
neemt, naarmate meer driehoeken, dus meer waarnemingen, noodig
zijn, om tot die uitkomsten te geraken.