255
Hierop kan dan de berekening in de volgende orde verder uit
gevoerd worden
g uit dD, DE en Ed,
f Ad, dF en FA,
b Aa, aD, Dd en dA,
c Ab, bd, df en fA,
enz. enz.
Als voorbeeld van de rekenwijze zal ik hier slechts opnemen
de berekening van d.
Zooals hierboven medegedeeld werd, zijn de coördinaten van d
ten opzichte van EF reeds bekend geworden uit de berekening
der voorloopige coördinaten Het komt er dus op neer, om de
ligging van datzelfde punt in coördinaten te berekenen ten opzichte
van de lijnen FA, AD en DE. Dit zou kunnen geschieden door
het sluitend gemaakte netsgedeelte achtereenvolgens aan te sluiten
aan de punten F en A, A en D, D en E, doch deze manier is
nog al omslachtig. Hetzelfde doel kan bereikt worden door ge
bruik te maken van de logarithmische verschillen, in de tafels
opgenomen.
De berekening in aansluiting aan EF levert toch voor de meeste
lijnen van lagere orde de voorloopige coördinatenverschillen, en
deze verschillen ondergaan slechts geringe veranderingen, wanneer
aan FA, enz. in plaats van aan EF aangesloten wordt. De even
redige vergrooting en de verdraaiing die de aansluiting aan de
lijnen FA, enz. tengevolge heeft is door die logarithmische ver
schillen spoedig te berekenen.
Uit de voorloopige coördinatenberekening neem ik, om dat aan
te toonen, de volgende uitkomsten over, en plaats achter de
log. sin., log. cos., log. Jy en log. Jx de aangroeiing in eenheden
van de 6de decimaal resp. voor 10'' en voor 0,1 Meter.
Deze berekeningen zijn uitgevoerd naar het volgende schema,
terwijl boven ieder groepje de lijn vermeld is, in dat schema als
p aangewezen.