266
in de zitting van 16 December 1887 (Handelingen blzz. 532—533)ge
geven omtrent het nemen van verschillende maatregelen in het belang
van het kadaster.
Art. 42. Het voornemen van den Minister om de werkzaamheden
van de primaire triangulatie in verband te brengen met de secondaire
tot eventueele verbetering der kadastrale opneming van ons land, vond
bij een aantal leden toejuiching.
Andere leden waren weinig ingenomen met deze voordracht. Zij
meenden op de gevolgen te moeten wijzen die de aanneming van dezen
post zal hebben. De uitkomsten der secondaire driehoeksmeting toch
zullen moeten worden toegepast en daaruit zal eene geheele kadastrale
meting moeten volgen, die op millioenen te staan zal komen. Is dit
nu dringend noodig? vroeg men. Vele leden meenden deze vraag
ontkennend te moeten beantwoorden nu de Minister zelf erkent, dat
het kadaster tamelijk wel voldoet aan het doel, waarvoor het is in't leven
geroepen.
Of wil de Minister van het kadaster iets anders maken, een Grond
boek? Zoo ja, en de Memorie van Toelichting gaf wel aanleiding tot
deze onderstelling dan meenden deze leden, dat het hier een zeer
gewichtig beginsel gold. waarvan de gevolgen nauwgezet behoorden te
worden onderzocht, alvorens het werd aangenomen, terwijl verscheidene
leden bij voorbaat daartegen meenden te moeten protesteeren. Zoo
neen, dan betwijfelden zij het of de te verwachten voordeelen eene
uitgave van f 400,000 wettigden.
De kosten van het werk zelf zijn zeer hoog. De primaire triangulatie,
in verband met de graadmeting, zoude gedurende zeven jaren f 12,000
per jaar kosten. De secondaire wordt geraamd te zullen kosten gedurende
tien jaren f 40,000 per jaar. Is deze meting van zooveel meer omvang
Wat hier echter ook van zij, men verlangde nadere inlichtingen; de
toelichting van het voorstel was zeer onvolledig te achten. Zoo is het
niet duidelijk hoe de mededeeling in de Memorie van Toelichting is te
verstaan, dat de Rijkscommissie zich bereid heeft verklaard het werk
uit te voeren. Zal die commissie de zaak zelfstandig regelen; zullen
geen ambtenaren van het kadaster daarbij werkzaam gesteld worden
Dit laatste zoude zeker zeer gewenscht zijn.
In eene afdeeling werd de wenschelijkheid besproken om de geheele
1) Tijdschr. IY bl. 25 v.v.