268 werd op dezelfde gronden de betrekking van adspiraut-controleur in het leven geroepen. De surnumerairs worden nu, in afwachting dat ze tot controleur kunnen worden benoemd, adjunct-controleur. De adspirant-landmeters zijn dus op denzelfden voet behandeld als de surnumerairs. Art. 40. De gelden, welke door particulieren betaald worden, voor het te hunnen behoeve door beambten van het kadaster verricht werk, worden per divisie onder de landmeters, in verhouding tot hunnen rang, verdeeld. Het is den ondergeteekende gebleken, dat het denkbeeld om die gelden in 's Rijks kas te storten en daarentegen aan de ambtenaren, welke thans in het genot zijn van die gelden, toelagen te verleenen, reeds vóór de invoering van de thans geldende regeling is overwogen. Hij wil echter gaarne de uitvoerbaarheid van dien maatregel nader onderzoeken. Voor zoover de maatregelen, in de hierbedoelde wenken besproken, niet reeds vroeger genomen zijn, zijn ze van zoo ingrijpenden aard, dat over de mogelijkheid en wenschelijkheid der uitvoering niet te oordeelen valt zonder eene meer gezette studie van het geheele onderwerp, waartoe de ondergeteekende sedert zijn optreden nog niet in de gelegenheid is geweest. Art. 42. De meening dat uit het vervaardigen eener secundaire driehoeksmeting noodwendig eene geheele kadastrale meting zou moeten voortvloeien, is minder juist. Van de uitkomsten dier driehoeksmeting kan ook in beperkten kring zeer groot nut getrokken worden. Door die driehoeksmeting toch worden over het geheele Rijk een groot aantal punten aangewezen, waarvan de ligging zoowel op zich zelf als onderling met de grootst mogelijke nauwkeurigheid wordt bepaald. Van die gegevens kan gebruik gemaakt worden bij elke meting van eenigszins uitgebreiden aard, waardoor het groote voordeel wordt ver kregen, dat nevens meerdere nauwkeurigheid in ook verband kan ge bracht worden tusschen verschillende metingen en daardoor aansluiting van kaarten mogelijk wordt, die voor het vervaardigen van militaire en hydrographische kaarten en van grondteekeningen, ten behoeve van uitgebreide werken van openbaar nut, onmisbaar is. De strekking van het gedane voorstel is geenszins van het kadaster

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1888 | | pagina 274