28
wachten, dat dit het laatste jaar zal geweest zijn dat er moest aange
drongen worden op meer energieke handelingen in dezen.
De Heer Hartogh Slechts een kort woord. Verleden jaar werd,
zooals door den vorigen spreker reeds herinnerd werd, als het ware eene
transactie gesloten met den Minister om de quaestie van het kadaster
toen in statu quo te laten. Onder anderen zeide toen de beer Schim-
MELPENNiNCK van der Ote van Nijbnbeek '/wij hopen dat de heer
Minister de intrekking van het amendement als zoodanig zal beschouwen,
dat wij hierdoor geenszins verklaren ingenomen te zijn met
's Ministers besluit, van 15 November 1886 n°. 51 en in het bijzonder
met den geest van art. 219."
Niettegenstaande dit toen werd gezegd en door den Minister daartegen
niet werd opgekomen, blijkt nu, dat het besluit van 15 November wel
in toepassing is gekomen en met 1 Januari 1887 is uitgevoerd.
Wat staat nu in dat besluit? Daar staat o. a. dit in, dat het parti
culiere werk, dat vroeger door de landmeters meestal werd gedaan in
hunnen vrijen tijd, nu zal geschieden in Eijksdienst en dus het karakter
van particulier werk zal verliezen. Het gevolg daarvan is, en dit is geen
gering bezwaar, dat binnen eenige jaren de Regeering zal aandringen
op meer landmeters; want zoodra het geen particulier werk meer is,
spreekt het vanzelf, dat de ambtenaren het niet meer in hun tijd zullen
afmaken. Nu zegt de Minister wel in zijn antwoord //vroeger werd
het particulier werk toch grootendeels uitgevoerd in den tijd, waarin
de landmeters voor 's Rijks dienst moesten arbeiden." Maar ik wensch
te vragen, wat de Minister hier onder //grootendeels" verstaat. Is dat
de helft 1, zooals bij de conversie? Ik zou meenen, dat vroeger
het particuliere werk door de landmeters gedaan werd in den tijd
dien zij op het bureau over hadden, en hadden zij geen tijd over, dan
moesten zij het 's avonds doen. Dat de opbrengst van dat particuliere
werk niet gering is, blijkt hieruit, dat, als mijne inlichtingen juist zijn,
er f50,000 's jaars aan particulier werk aan de landmeters uitbetaald
werd. Vóór dat het geïncrimineerde besluit in werking was getreden,
hadden in groote plaatsen natuurlijk de landmeters meer te doen dan
op kleine plaatsen. Wat heeft nu de Minister bevolen? Het parti
culiere werk zal voortaan in den tijd van het Rijk gedaan en het geld
verdeeld worden onder alle landmeters. Het gevolg is dat sommige
landmeters op kleine plaatsen gevestigd thans meer genieten dan vroeger,
terwijl de landmeters op de grootere plaatsen, die vroeger door het