33 De beraadslaging wordt gesloten. Beraadslaging over onderart. 37, luidende: Yaste traktementen, belooningen, toelagen en bureelkosten, f540,719." De heer Smeenge: Ik heb straks aandachtig naar de rede geluisterd van den geacbten afgevaardigde uit Goes, en ik moet erkennen, Mijnbeer de Voorzitter, met groot genoegen, omdat daaruit, bij vernieuwing bleek dat de verbetering van het kadaster hem zeer ter harte gaat. Onverdeeld was dat genoegen echter niet, omdat, waar hij zeide //dat het hem genoegen deed, dat de Minister was overgegaan tot het voor stellen van eene verhooging van het traktement der ingenieurs verificateur", ik met leedwezen er aan dacht, dat niet eerst was voor zien in de verbetering van het lot der laagst geplaatste ambtenaren bij het landmeterskorps. Ik kon mij het vorig jaar niet, en kan dat nu nog veel minder, vereenigen met het blijven voortbestaan van de onbillijkheid tegenover de laagste ambtenaren bij het kadaster, namelijk tegenover ben, die men in het vorige jaar heeft gecreëerd tot landmeters der 4de klasse. In het vorige jaar heeft de Minister, bij de behandeling van dit punt gezegd, in tegenspraak op hetgeen door den afgevaardigde uit Leeuwarden was aangevoerd, dat aan deze personen nooit //voorspiegelingen" waren gedaan. De geachte afgevaardigde wees er toen op, dat z ij van meening waren geweest, eenmaal tot landmeter aangesteld, ook werkelijk het traktement te zullen ontvangen, bij het besluit aangewezen, en daarop heeft de Minister, gelijk ik zeide, geantwoord, dat aan die menschen nooit //voorspiegelingen" waren gedaan dat salaris te zullen ontvangen. Het zij mij vergund met een enkel woord aan te toonen, dat de Minister onjuist redeneert. Naar de woorden moge de Minister gelijk hebben, met het oog op de bedoeling van het toenmalige besluit, zeer zeker niet. In 1877 zeide de Minister Van dee Heim, bij de verdediging van dit hoofdstuk: //De aspirant-landmeters zijn geene zelfstandig optredende ambtenaren, doch moeten zich nog in hun vak bekwamen," En wat zeide deze Minister het vorige jaar In den uitgewerkten staat van deze begrooting werd gezegdVerschillende aspirant-landmeters waaronder er zijn die reeds 8 jaren als zoodanig in dienst zijn, doen tegenwoordig dienst als landmeter. Het is billijk hun Tijdschrift Kadaster 1888. 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1888 | | pagina 39