37 antwoorden. Wil de Minister de som van f1500 onder de bedoelde voorwaarden aannemen, dan zal ik mij verplicht achten, voor te stellen dit artikel met bedoeld bedrag te verhoogen. Ik wil den Minister er echter op wijzen, dat er ook nog een andere weg is, die door mij kan worden bewandeld, een weg, dien ik echter niet gaarne wil inslaan, te meer niet, omdat ik, afgaande op het ge sprokene, vrees, dat het bij sommigen tegenstand zal ontmoeten. Het is half drie, Mijnheer de Voorzitter, en met het oog op den Vrijdag, zou ik, op dit late uur, niet gaarne met corypheeën in dit Parlement, daarover in het strijdperk treden. Wat ik bedoel, Mijnheer de Voorzitter is, om, mocht het noodigzijn, bij wijze van protest tegen den maatregel om het lot der landmeters éde klasse en adspiranten niet te willen verbeteren, hun de f300 te willen onthouden, en wel dat der ingenieurs, voor te stellen dit artikel met de bewuste f5000 te verminderen, Mijnheer de Voorzitter! Ik geloof zeker dat deze poging zou slagen. De heer Bloem, Minister van Financiën: Mijnheer de Voor zitter! Het doet mij leed, dat de geachte afgevaardigde uit Assen meent in de bres te moeten springen voor de belangen der landmeters éde klasse. Die heeren hebben waarlijk geene reden om zich door den Minister mishandeld te achten. Het tegendeel is waar, want hunne be langen zijn juist door mij ter harte genomen. Het kader der landmeters der 1ste, 2de en 3de klasse is volgens het organiek besluit compleet. De adspirant landmeters ontvingen een maandgeld van f 55, doch droegen daarvoor niet in het pensioenfonds bij. Juist omdat de bevordering bij dat korps zoo langzaam ging, heb ik gemeend te moeten overgaan tot de instelling van landmeters éde klasse. En deze hebben thans, in plaats van f55 's maands f75, doch moeten daarvan gedurende 5 jaren f15 voor het pensioenfonds storten. De jeugdige ambtenaren zien echter voorbij, dat zij op 55jarigen leeftijd kunnen worden gepensionneerd, en dat wanneer zij niet vroeg contribueerend ambtenaar zijn, zij later des te minder dienstjaren kunnen tellen. Van de in den loop dezes jaars benoemde landmeters 4de klasse zijn er reeds vier tot de 3de klasse bevorderd. Van de overigen is er nog maar één die een vroeger landmetersesamen heeft gedaan dan in October 1885. Ik vind geene reden om die verhooging van den post aan te nemen. De heer LieftinckMijnheer de Voorzitter! Al moge de Minister

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1888 | | pagina 43