EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Beraadslaging over hetzelfde hoofdstuk De heer Moolenbtteqii Mijnheer de Voorzitter! Ik wensch mij eene enkele opmerking te veroorlooven naar aanleiding van hetgeen voorkomt in ons Voorloopig Verslag, in verband met het Antwoord, daarop door de Begeering gegeven, met betrekking tot de landmeters. In het Voorloopig Verslag staat: //De wijze waarop de bezoldiging der landmeters geschiedt, ontmoette in eene afdeeling bezwaar''. Verder wordt de opmerking gemaakt dat de loouen, die de landmeters verdienen voor particulier werk, niet aan hen worden uitgekeerd. Zoo komt het mij althans voor; het staat niet met dezelfde woorden in ons Verslag. Wat toch is het geval? Vroeger werden de landmeters, indien ik mij niet bedrieg, die aangewezen werden om particulier werk te doen, voor dat werk betaald. Thans geschiedt dit nietthans worden die gelden door particulieren gestort, en verantwoord aan de landmeters, of liever aan het kader van de landmeters, indien ik dit zoo noemen mag, en verdeeld naar evenredigheid van hunnen rang. De Minister noemt dit billijk. Hij zegt//Eene gelijke verdeeling van de opbrengst onder alle landmeters zonder onderscheid van rang, zou aan den jeugdigen ambtenaar een inkomen verschaffen, dat niet in billijke verhouding staat tot dat van anderen, die wegens meerderen diensttijd tot hoogeren rang zijn opgeklommen. //Men moet zich eens voorstellen hoe zulk eene zaak loopt. Wanneer een particulier een aanvrage doet voor meting, splitsing of hermeting, wordt dat verzoek hem in den regel met de meest mogelijke welwillendheid toegestaan en onmiddellijk voor dat doel een landmeter aangewezen. Nu moet men niet meenen dat dit werk kantoorwerk is, dat in een paar uren is afge- loopen. Volstrekt niet. Die met zulke hermetingen wel eens wat uit te staan heeft gehad weet, dat de jeugdige ambtenaren van lageren rang die er mede belast worden, daarvoor soms twee dagen in het veld moeten zijn, onder alle weersomstandigheden en dat zij zich daarbij steeds beijveren Zitting ven 21 Januari 1888.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1888 | | pagina 48