43
om het werk prompt en met spoed te verrichten en in kaart te brengen.
In 't algemeen schijnen zij er eene eer in te stellen om zulke aanvragers
uitstekend te helpen. Maar is het dan billijk dat de belooning voor
zulke werkzaamheden, die nog vermeerderd worden door de berekeningen,
die er tehuis van gemaakt moeten worden, hun niet ten goede komt,
zelfs niet voor het grootste gedeelte, maar dat die verdeeld wordt over
het geheele korps, naar mate der verschillende rangen, die de ambtenaren
bekleeden? Is het billijk dat zij die louter administratieve werkzaamheden
hebben te doen, genieten van dien persoonlijken, lichamelijken arbeid
van anderen Ik kan het niet vinden. Ofschoon ik in het algemeen er
niet voor ben dat de Wetgevende Macht zich bemoeit met zaken die
de uitvoerende macht betreften en van oordeel ben dat traktementsrege
lingen moeten overgelaten worden aan het hoofd van een Departement,
zoo acht ik mij toch verplicht om daar, waar onder de oogen van de
Wetgevende Macht zaken gebracht worden die mij onbillijk toeschijnen,
van die meening te doen blijken. Ik heb dan ook de overtuiging dat
de Minister niet alleen aan de landmeters, maar zelfs aan het publiek,
dat van hunne diensten gebruik maakt, een dienst zal bewijzen door terug
te komen op eene regeling, die geen aanspraak kan maken op billijkheid.
De heer Bloem, Minister van Financiën: De geachte afge
vaardigde uit Zeeland, de heer Moolenburgh, heeft de vraag gesteld of het
billijk is dat het loon voor het particulier werk ten deel valt aan de
landmeters die dat werk verrichten.
De geachte afgevaardigde beantwoordt die vraag toestemmend en ik
moet de vrijheid nemen daaromtrent met hem van gevoelen te verschillen.
De toestand zooals die vroeger bestond, liet inderdaad te wenschen over.
Er waren landmeters die, als ik het zoo noemen mag, jacht maakten op
particulier werk. Er waren er ook wier bezoldiging 5 of 6000 gulden
en meer bedroeg, terwijl anderen, die om hunne groote bekwaamheden
door het Rijk gebezigd werden voor belangrijken landsdienst, zooals
bijv. de hermeting van 's Rijks grensscheidingen, zich moesten verge
noegen met het traktement dat zij van den Staat genoten. Het was
dus noodig, dat die ongelijkheid werd weggenomen, en inderdaad de
regeling die door mij ten vorigen jare is getroffen, is, zoover ik kan
nagaan, de beste geweest die kon gevolgd worden. Het loon voor het
particulier werk dat de landmeters verrichten in den tijd, dien zij anders
1) Hier moet zeker aan een spreek- of drukfout gedacht worden.
(Red.)