45 afgevaardigde meent, dat de hoogè bezoldiging der landmeters veroorzaakt wordt door den ingenieur-verificateur die de werkzaamheden regelt. De geachte afgevaardigde verliest echter uit het oog, dat wanneer een particulier een groot werk laat opnemen en in kaart brengen, het raadzaam is dat dit uit ééne hand geschiedt en niet door een tweeden, derden of vierden landmeter wordt voortgezet. Zoodanig landmeter blijft dus in den regel belast met de geheele uitvoering van dat werk. Hierin was dan ook de oorzaak gelegen, dat de hooge belooningen waarop ik doelde, uitsluitend aan hen die het werk verichtten werden toegekend.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1888 | | pagina 51