51 3 de kaarteering (schaal 1 500), 4 de inhoudsberekening, 5 de bijhouding tot aan de overneming. Terwijl de kadastrale meting in Baden in den regel bij akkoord wordt opgedragen; waarnaar de bovengenoemde som van 35000 Mark of ongeveer 35 Mark per hectare uit vele ervaringen is vast gesteld, wordt nu de stedelijke meting door vaste ambtenaren ver richt. Eene scheiding der kosten heeft niet plaats, vooral omdat die ambtenaren ook andere werkzaamheden verrichten. Gaan wij nu tot de technische bijzonderheden over, dan zien wij, dat de driehoeksmeting bestaat uit: 18 torens en andere ontoegankelijke punten en 42 punten op den beganen grond, dus samen 60 trigonometrische punten. De aanduiding dezer punten geschiedt in het open veld door signaalsteenen, in de stad door kruizen, in de steenen der be strating gebeiteld, zonder verzekering onder den grond, maar met een voldoend aantal hulpmerkteekens op steenen voetstukken (Rückmarken auf Steinsockeln) enz. zoodat ieder punt door meting weder kan opgericht worden. Het polygoonnet1) is in het midden der stad zeer dicht, er zijn daar nl. voor zoover het net gereed is 4530 polygoonpunten op 200 hectaren of rond 20 punten per hectare. De aanduiding der polygoonpunten in de stad is even eenvoudig als die der trigonometrische punten. Ook in het open veld worden de grenzen der gemeenten en der blokken, die door wegen, beken enz. gevormd worden (Gewanne) in polygonen opgenomen of daaraan onmiddellijk vastgemeten. Daartoe worden eerst de driehoekspunten en verder de polygoonpunten onderling door polygonen verbonden, waarbij de hoeken met theodolieten en de zijden met houten, aan de einden met ijzer beslagen meetstaven van 5 meter lang worden gemeten. Samengestelde constructies van meetlijnen zijn niet geoorloofd.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1888 | | pagina 57