53
als polygoonen met den theodoliet behandeld, waarbij het op zorg
vuldig centreeren aankomt, daar de zijden dikwijls slechts 5 a 6 M.
lang zijn. Hierdoor wordt het groot getal polygoonpunten (20
per heet.) verklaard.
Zooals wij zagen, is het polygoonpunt P door de twee rich
tingen A B en D C en door de twee teekens B en G aangeduid
en verzekerd, wat voor den duur der meting voldoende zal zijn.
Voor de toekomst worden evenwel voor ieder polygoonpunt nog
4 hulpmerkteekens R door azimuth en afstand vastgelegdhieruit
volgt, dat het punt nog viermaal verzekerd is, daar één dergelijk
merkteeken voldoende zou zijn.
De hoeken der huizen R, welke als hulpmerkteekens gebezigd,
en van een klein, slechts voor den ingewijde merkbaar teeken
voorzien worden, zouden toch moeten opgemeten worden. Het
polygoonnet met de hulpmerkteekens geeft alzoo reeds vóór het
begin der perceelmeting een beeld van alle straten.
De hier omschreven eenvoudige ivijze van vastlegging der trigo
nometrische en polygonometrische punten vindt hare verklaring in
een beginsel, door het stedelijk bestuur van Karlsruhe aangenomen
en dat ongeveer als volgt onder woorden kan gebracht worden.
De vastlegging en verzekering der punten moet zooveel mogelijk
geschieden zonder lastig te zijn voor het verkeer op de straten
en zonder het onderhouden en veranderen der straten te hinderen.
Er mag geenerlei servituut op de straten worden gelegd, hetzij
boven, hetzij onder het plaveisel. Het bureau voor de opmeting
zal zijne kleine, overigens niemand opvallende teekens zelf goed
in het oog houden en, daar het met het bureau van het stads-
bouwwezen verbonden is, bij voorgenomen nieuwe bestratingen enz.
zoo noodig door hulpmerkteekens verzekeren.
Overigens zijn reeds zoovele hulpmerkteekens in coördinaten,
afstanden en azimuths bepaald, dat zelfs verbouwingen, waarin
gcheele stadsgedeelten betrokken werden, de opmeting en de bij
houding niet uit hun trigonometrisch-polygonometrisch verband
zouden rukken.