DE KADASTRALE OPNEMINGEN IN NEDERLANDSCH
INDIË IN 1886.')
In den loop van het jaar 1886 werden de opmetingen en de
vervaardiging der kaarten, registers en verdere bescheiden voor
het kadaster van Java en Madura geregeld voortgezet in de ge
westen Preanger Regentschappen, Soerabaija, Pasoeroean, Probo-
linggo en Kediri, zoomede in de gewestenGheribon, Tagal,
Pekalongan, Madioen en Madura, in welke vijf laatste alleen de
gewestelijke en afdeelingshoofdplaatsen en de kleinere nederzettingen
van beteekenis worden opgemeten, zoodat aldaar voorloopig slechts
een kadaster verkregen wordt van alle perceelen met rechtstitels
uitgegeven, en van de gronden, welke met die perceelen te zamen
een complex vormen. In Pekalongan waar het kadaster-
personeel deel uitmaakte van de opmetingssectie voor Tagal
werden de bedoelde werkzaamheden ten einde gebracht.
Ook in Madioen en op Madura zijn geen eigenlijke opmetings-
sectiën bescheiden, maar worden de bedoelde werkzaamheden ver
richt door de ambtenaren van het kadaster adjunct-landmeters
der 2e klasse, die er als gouvernements-landmeters fungeeren,
bijgestaan door eenige mantri's, in Madioen bovendien door een
adjunct-landmeter der 3e klasse. Daarentegen zijn in de Preanger
Regentschappen twee opmetings-sectiën werkzaam. Verder be
stonden de werkzaamheden in het bijhouden en behee-
ren van het kadaster zoowel van de drie hoofdplaatsen
Dit overzicht is ontleend aan het Koloniaal Verslag over het jaar
1887, en dient als vervolg onzer vroegere opstellen in dit Tijdschrift,
omtrent de belangrijke verrichtingen van het Kadaster in Nederlandsch Indië.