66 Uit de cijfers betreffende het meetwerk wegens grond veranderingen is op te maken dat de met het rapporteeren van bedoelde ver anderingen belaste inlandsche hoofden deze hunne verplichting nog steeds slecht nakomen. Immers het getal niet-gerapporteerde grondveranderingen die opgemeten werden was aanzienlijk hoogei dan in een der beide voorafgegane jaren, terwijl daartegen het getal grondveranderingen die gemeten werden op bekomen kennis geving van de inlandsche hoofden weder geringer was dan in 1885 of 1884. De voorschriften van Mei 1880') aanwijzende wat tot taak der hier besproken bijhoudingskantoren behoort, ondergingen bij Indisch besluit 28 Januari 1887 N° 24 eenige wijziging, voorzoo- veel betreft het punt der grondveranderingen. De termijnen van indiening der daarop betrekking hebbende staten werden namelijk zoodanig geregeld dat er door de residenten tijdiger partij van kan worden getrokken, in de eerste plaats bij hunne voorstellen tot vaststelling van den aanslag der landrente en ten andere ten dienste der gegevens die zij voor de jaar-sta tistiek der geregeld bebouwde gronden aan den directeur van binnenlandsch bestuur hebben in te dienen (Zie modelstaat N° VII bedoeld bij N<> 4873 van het Bijblad op het Indisch Staatsblad). Ten slotte vermelden wij dat de topographische en hydrogra- phische opmetingen in den Nederlandsch Indischen Archipel en de vorderingen van de triangulatie op het eiland Sumatra gedurende de jaren 1885 en 86, naar meeste waarschijnlijkheid eerlang in het Tijdschrift van het Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap zullen worden opgenomen. VenlooFebruari 1888. F. de Bas. Bijblad op het Indisch Staatsblad no. 3557. Luit.Kol. bij het 2e Regiment Huzaren.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1888 | | pagina 72