INGEZONDEN. Geachte Redacteur. De door U gemaakte kantteekeningen op mijn stuk in de vorige aflevering van dit tijdschrift noodzaken mij, het daarin voorge stelde op enkele punten nader toe te lichten. Mijne bedoeling is om de gegevens uit tafel I van het P. II. als grondslag voor eene herberekening aan te nemende bereke ning toch tot het verkrijgen der gegevens in tafel III (Tableau définitief des Triangles etc.) is volgens de aangegeven wijze vrij eenvoudig. De geheele bewerking, het projecteeren natuurlijk meegerekend zal door twee personen gemakkelijk binnen een jaar verricht kunnen worden. De beweegredenen welke, behalve de door U genoemde, mij tot het voorstel geleid hebben, worden in het volgende nader besproken. Het iszooals reeds vroeger vermeld werdzeer twijfelachtig, of het driehoekennet voor aansluiting aan de Midden-Europeesche graadmeting wel zoover zal worden uitgebreid, dat er voor het kadaster gebruik van kan worden gemaakt. Er zullen in elk geval in dat driehoekennet punten van den rang moeten zijn, wanneer het aantal getrianguleerde punten ongeveer gelijk is aan dat van het net van Kraijenhoff, want naar 't geen ik er van gehoord heb, worden eerstgenoemde driehoeken zeer groot genomen. Een groot voordeel van het door mij voorgestelde is, waarop vroeger ook reeds gewezen werd, dat binnen een paar jaar de hermetingen, die op vele plaatsen dringend noodzakelijk zijn, volgens een vast systeem kunnen worden begonnen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1888 | | pagina 81