DE VERNIEUWING VAN HET KADASTER IN PRUISEN.
In een Staat als Pruisen, allengs grooter geworden door toe
voeging links en rechts van nieuwe provinciën, welke ieder hare
eigenaardige rechtsvormen en instellingen meebrachten, met uit
eenloopenden volksaard en verschillende bodemgesteldheid, is het
natuurlijk vrij wat moeilijker eene eenvormige organisatie van het
kadaster tot stand te brengen, dan in kleine Staten, waar de
eenheid van land en volk reeds lang heerscht.
Toen bij de wetten van 21 Mei 1861 de grond- en de huizen
belasting in Pruisen geregeld werd, kon men voor de uitvoering
gebruik maken van de in sommige provinciën bestaande kadasters,
zooals bijv. in de Rijnprovinciën en Westfalen en in de meeste
later geanexeerde staten en provinciën. Overigens waren kaart
werken voorhanden, opgemaakt voor allerlei doeleinden, bijv. ten
behoeve van het grondboek, waar dit bestond, voor landverdeelingen
en landverleggingen, voor het beheer van de Staatsbosschen en
domeinen, voor de heffing van polder- en dijkslasten enz.ver
vaardigd op allerlei schalen, volgens zeer uiteenloopende grond
slagen en deels in bezit van particulieren. Een deel dier kaarten
werd herzien en bijgewerkt. Bleven nog over geheele landstreken,
vermoedelijk meest van geringe vruchtbaarheid, moerassen, woeste
gronden, meren enz., van welke geene of geen voldoende kaarten
bestonden; deze werden haastig opgemeten.1)
Dit cartographisch materieel vormt dus een veelkleurig beeld
van de indeeling van den grond, voorloopig geschikt voor het
Jordan-Steppes, Das Deutsche Vermessungswesen II.