88 men niet licht een te streng rechter over eigen voorbarig oordeel zijn kan. Voorbeelden hiervan geeft Prof. Ing. Giuseppe Erede te Milaan in een brochure: „Over eenige dwaalbegrippen met betrek king tot kadastrale opmetingen'") waaruit wij de inleiding hier laten volgen. „In geen enkel onderdeel van het uitgebreide veld der techniek hoort men zooveel uiteenloopende denkbeelden als bij de topo- graphie (terreinopneming). Verschillende oorzaken werken daartoe mede. Vóór allesde topographie is, veel meer dan eenige andere wetenschap, eene kunst, die hare menigvuldige doeleinden bereikt met behulp van vele en velerlei instrumenten, daarbij nu eens de eene dan de andere methode volgende. In het algemeen heeft men niet allerhande instrumenten te zijner beschikking en ont breekt de tijd om de verschillende methoden te beproeven; ten gevolge daarvan wordt men gewoon een bepaald instrument te gebruiken, eene bepaalde methode te volgen en mettertijd zich meer en meer met beide vereenzelvigende, wordt men lang zamerhand licht onbekwaam om juist te oordeelen over andere instrumenten en andere methoden. Deze schijnen soms slecht omdat men ze niet begrijpt en niet juist weet aan te wenden of toe te passen. „Zeker is het, dat er vrij wat minder uiteenloopende en bijge volg voor het meerendeel verkeerde begrippen zouden bestaan, indien men meer studeerde, d. w. z. indien men voordeel trok van die menigte waarnemingen, onderzoekingen en berekeningen, die te zamen de topographische wetenschap vormen en die men vindt in verhandelingen, dissertatiën, memoriën in groote getale over dit onderwerp uitgegeven. „Maar in Italië bestudeert men de topographie niet genoeg; op de polytechnische school .weinig en wanneer men die verlaten Vertaald uit het Italiaansch en ons welwillend afgestaan door den heer G. J. C o 1 p a te Leeuwarden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1888 | | pagina 94