89
heeft, nog minder, misschien omdat we weinig goede geschriften
daaromtrent bezitten. (Even vroeger zeide ik, dat er wel ge
schriften waren, meest zijn ze echter in het Duitsch geschreven,
en wie begrijpt ze in die taal
«Doch ook eene andere reden bestaat er en wel deze: wie aan
topographische werkzaamheden begint zonder voldoende weten
schappelijke voorbereiding, daar hij verplicht is vele zaken zonder
onderricht te Ieeren, telkens nieuwe vraagstukken op te lossen en
nieuwe hulpmiddelen te bedenken, is licht geneigd een hoogen
dunk van zijne eigene bekwaamheid te verkrijgen, te meer, daar
hij alleen omgaat met medehelpers, die verre beneden hem staan
en de boeren hem en zijn instrument met open mond aangapen
met eene uitdrukking van verwondering en bewondering op het
gelaat. Daarom speelt, wanneer een ingenieur spreekt over zijne
topographische werkzaamheden, het »ik" eene hoofdrol en wan
neer men hem zou vragen of hij ter uitvoering van een of ander
werk dit of dat boek had geraadpleegd, zou men gevaar loopen
hem te beleedigen.
«Dit aannemende, is het duidelijk dat vooral over topopraphie
de discussiën niet alleen menigvuldig maar ook moeilijk zijn en
wordt het ontstaan van vele verkeerde redeneeringen opgehelderd,
daar toch het met vrucht verdedigen eener meening veel studie
vereischt: «veel denken en weinig schrijven." Bij zoodanigen
stand der zaken is het, geloof ik, noodig, zonder erbarming te
wijzen op de dwaalbegrippen, die openlijk verkondigd worden," enz.
Boel der opnemingpersoneel. Het doel der vernieuwing van
het Pruisisch kadaster is: den eigendomstoestand vast te stellen
onder medewerking van overheden en grondbezitters, overeen
stemming te brengen tusschen de werkelijke indeeling van den
grond, de kadastrale plans en registers en het grondboek, de
perceelgrenzen zoodanig te bepalen in verband met een tech-
nischen grondslag, dat het geheele resultaat in cijfers wordt ver
kregen en daardoor eene duurzame bijhouding en eene juiste