98 om het verbindingspunt en van vizieren voorzien, terwijl de derde van ver deelingen voorzien de grootte van den hoek deed kennen. Het was echter eerst voor onzen landgenoot Willebrordus Snellius hoog leeraar te Leiden weggelegd de talrijke onvolkomenheden der vroegere graadmetingen weg te nemen. De beginselen zijner verbeterde methode werden ontwikkeld in het werk naar Eratosthenes genoemd dat in 1617 te Leiden het licht zag. (Eratos thenes Batavus seu de terrae ambitus vera quantitate suscitates). Snellius, de uitvinder der triangulatie, bepaalde den boog van den meridiaan over Leiden begrepen tusschen de parallelcirkels van Alkmaar en Bergen op Zoom. Aan beide zijden van den meridiaan werden geschikte punten gezocht die onderling en met de bovengenoemde plaatsen verbonden een driehoekennet vormden. Het groote voordeel dezer methode is daarin gelegen dat men slechts eene zeer kleine lengte „de basis van triangulatie" rechtstreeks behoefde te meten, terwijl alles verder door het meten van hoeken en door berekening wordt gevonden. Door meting van de basis LeidenSoeterwoude 326,4 Rijnlandsche roeden, en door waarneming van alle hoeken van het driehoekennet berekende Snellius de verschillende deelen van den meridiaan die te zamen den meridiaanboog (MH/im) tusschen Alkmaar en Bergen op Zoom vormden. Hij vond voor de lengte van dien boog 33930 of voor één graad van den meridiaan 28473 roeden. Voor den boog LeidenAlkmaar vond hij op dezelfde wijze voor een graad eene lengte van 28510 roeden, waarna hij den graad vaststelde op 28500 roeden 55100 toisen. Uit de lengte van den meridiaanboog en den hoek a die de vertikalen in zijne uiteinden met elkander maken, kan men dan met behulp van de even redigheid a:360 -:x de lengte van den geheelen meridiaan bepalen. De hoek a nu is gelijk aan het verschil in breedte van de beide uiteinden, en dit verschil weder aan dat van beider poolshoogten. Men zal dus slechts van eene circumpolairster aan beide plaatsen de hoogte behoeven te meten als zij door den meridiaan gaat, daar het verschil van die beide hoogten klaarblijkelijk dat der poolshoogte is. Daar de beide vertikalen den schijnbaren hemelbol snijden in punten van denzelfden meridiaan, door wier afstand de hoek tusschen die vertikalen wordt gemeten, zal men ook aan beide plaatsen kunnen bepalen hoever dezelfde ster als zij in den meridiaan is, van hun zenith afstaat. Het verschil der afstanden zal dan wederom gelijk zijn aan den gevraagden hoek. Uit de lengte van den boog Alkmaar Bergen op Zoom vond Zie 1ste aflevering van dit tijdschrift blz. 5 2,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 120