99 Snellius een resultaat hetwelk 3,4°/0 afweek van het later (1790) gevondene. Dat de oorzaak der aanzienlijke fout niet gezocht moest worden in de ge volgde methode, bewees eene tweede meting door Snellius aangevangen en in 1729 door Musschenbroek ten einde gebracht.1) Volgens deze meting toch werd voor het aardekwadrant eene lengte ge vonden van 10 004 000 meter. Bij de methode van Snellius was het noodig met groote juistheid op ver verwijderde voorwerpen te richten, het was dus niet te verwonderen dat het gebruik ook van de beste vizieren tot onjuistheden moest leiden Om die reden heeft ook Snellius zich willen verontschuldigen voor de fout van enkele minuten in zijne driehoeken, met behulp der vizieren toch was een voorwerp op eenig verwijderden afstand met moeite als een punt te on derscheiden. Toen men bij de later uitgevoerde graadmetingen deze moeielijkheid door aanwending van verrekijkers overwonnen had, bleek eerst recht, welke juiste resultaten men kon verkrijgen door aanwending der methode van den Leid- schen hoogleeraar. Na Snellius volgde nog eene belangrijke meting gedeeltelijk volgens voren genoemde en gedeeltelijk volgens de methode van Femel door Norwood in 1635 in Engeland met zeer veel zorg verricht. Norwood nam in twee verschillende jaren bij zomerzonnestand te Lon den en te York de zonshoogte waar met een sextant van ruim 5 voet straal, en vond voor het verschil in breedte dier beide plaatsen 2e28m. Hij mat vervolgens den afstand tusschen die beide steden met den meet- ketting, terwijl hij met behulp van een hoekmeetinstrument alle bochten van den weg bepaalde en de oneffenheden van den bodem in aanmerking nam. Hij vond voor de lengte van den meridiaanboog 9149 kettinglengten, (de kettinglengte gelijk aan 99 voet.) zoodat de graad van den meridiaan door hem bepaald werd op 3709 kettinglengten 5 voet of 367196 Engelsche voe ten die gelijk waren aan 61,199 vademen of 57300 toisen. In 1637 verscheen „The seaman's Practice contayning a fundamental Probleme in Navigation experimentally verified, namely touching the Com- He lengte van het aarde kwadrant door Snellius gevonden uitgedrukt in meters bedroeg 9660000. Snellius ondernam in 1622 eene nieuwe meting waarbij hij in de nabijheid van Lei den eene basis over het ijs mat. De berekeningen voerde hij niet zelf uit, Musschenbroek heeft ze verricht en medegedeeld eerst 100 jaren later in zijne „Physicae experimentalis et geometricae dissertationes Leiden 1729". Oorspronkelijk is dit werk in het Nederlandsch verschenen. Hij vond voor den afstand van de parallellen Alkmaar en Bergen op Zoom 34326,7 Rijnl: roeden en uit Cassini's waarnemingen van het breedte verschil 1°9'47" werd de graad 29514,23 Rijnl: roeden 57033 toisen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 121