110
verrichten tot eene juiste kennis van de afplatting der aarde kan komen.
De resultaten der verrichte graadmetingen vereenigd met die verkregen door
slingerwaarnemingen laten thans geen twijfel meer bestaan omtrent de afplat
ting der aarde aan de polen.
Hoewel de ontwikkelde denkbeelden van Huygens en Newton volkomen
overeenstemden met de proeven van Richer was men in Frankrijk na de
graadmeting door Cassini de Thury verricht nog maar niet dadelijk geneigd
de nauwkeurige resultaten door dien geleerde en door Picard verkregen zoo
op eens te verwerpen en in de plaats daarvan geloof te hechten aan theore
tische beschouwingen wier juistheid nog niet voldoende door de praktijk was
bevestigd.
Bovendien werd door den gemeten Franschen meridiaanboog juist het tegen
gestelde bewezen van hetgeen door Huygens en Newton beweerd en door
Richer was waargenomen en hoewel M a i r a n in „les Memoires de 1' Acadé
mie de 1720" al zijne krachten inspande om te bewijzen dat èn slingerwaar
nemingen èn de resultaten der graadmetingen beide even goed konden zijn,
Desaguliers ontnam Mairan alle illusie door in zijne „philosophical
transactions" aan te toonen hoe onaannemelijk zijne hypothese was.
Was bij de bolvormige aarde ééne graadmeting voldoende om tot de ken
nis van de grootte te komen, omdat slechts de straal gevonden behoefde te
worden, bij de aarde als elipsoide zijn daartoe twee graadmetingen noodig
omdat er twee grootheden: de assen, te berekenen zijn.
Dit begreep de Fransche akademie, die om den twist te beslechten aan
eenigén harer leden eene nieuwe meting opdroeg.
Nadat de graaf de Maurepas, ijverig bevorderaar der astronomische weten
schap en der scheep vaart belangen, de goedkeuring verworven had van den
Minister Fleury en van den koning werd besloten dat in de nabijheid van
de polen en van den evenaar een meridiaanboog zou bepaald worden ten
einde uit te maken waar een booggraad de grootste lengte had.
Tevens zag men de noodzakelijkheid in, de nauwkeurigheid van de Fransche
graadmeting op nieuw nategaan.
Ook zou men aan den evenaar en aan de pool waarnemingen met den
slinger verrichten, kortom geene inspanning werd te groot geacht ten einde
den bestaanden twijfel op te heffen.
Den 16de Mei 1735 vertrokken Godin, Bouguer de Lacon-
d a m i n e en de marine-ingenieur V e r g i u n uit de haven la Rochelle
koerszettende naar Peru. In Zuid Amerika vereenigden zij zich met George
Juan en Antoine d'Ulloa door de Spaansche regeering benoemd
om bij de waarnemingen behulpzaam te zijn.
Onder de beste instrumenten waarvan zij voorzien waren bevond zich
eene gepolijste ijzeren staaf, door den bekwamen kunstenaar Langlois juist
gelijk gemaakt aan de toise van het „grand Chatelet" te Parijs.