130 wordt ingericht, dat volstaan kan worden met de lengte van eene enkele lijn (de basis) nauwkeurig te meten, terwijl dan de lengten van al de andere lijnen daaruit berekend kunnen worden. Daartoe is het noodig de punten zoodanig te kiezen en door lijnen te ver eenigen dat deze een net van driehoeken vormendaarvan daan ook dat deze wijze van opnemen gewoonlijk met den naam van driehoeks meting bestempeld wordt. Bij de opmeting van eene groote uitgestrektheid zooals b.v. geheel Nederland moet men nog verder gaan en het driehoeksnet onder- verdeelen in een net van de eerste, van de tweede, van de derde orde enz. Eerst wordt over het terrein een groot driehoeksnet met weinig hoekpunten en met lange zijden zoo nauwkeurig mogelijk opgenomen. Aan dat driehoeksnet wordt een tweede verbonden met kortere zijden en een veel grooter aantal hoekpunten, daaraan wederom een net van de derde orde met nog meer hoekpunten enz. om zoodoende, trapsgewijze voortgaande, zooveel punten nauwkeurig te bepalen als men noodig heeft om daaraan verder de details van het terrein te kunnen verbinden. Bij deze opvolgende metingen, die den naam van secundaire drie hoeksmetingen dragen, kunnen de fouten die bij het meten gemaakt worden zich steeds minder en minder ver doen gevoelen, daarvan daan, dat bij deze metingen eene steeds geringere nauwkeurigheid voldoende is en men dus steeds met een kleiner aantal metingen en met kleinere instrumenten kan volstaan, waardoor het werk niet weinig bevorderd wordt. Worden bij het net van de eerste orde de grootste instrumenten, theodolieten met cirkelranden van 27 k 35 centimeter middellijn gebruikt, de hoekpunten door heliotrooplicht zichtbaar gemaakt en ieder punt 24 malen ingesteld, bij die van de tweede orde kan men volstaan met instrumenten van 21 centimeter en met 12 instellingen, bij die van de derde orde met instrumenten van 14 centimeter en met 6 instellingen. Dat ook in ons land deze wijze van meten hare toepassing ge vonden heeft behoef ik nauwelijks te zeggen, toch bezitten wij op dit oogenblik niet een zoodanig driehoeksnet, waaraan met vertrou wen alle verdere metingen kunnen verbonden worden. In het begin van deze eeuw werd door den generaal Krayenhofif een driehoeksnet van de eerste orde opgemeten om daardoor den

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 152