132 digheid dat voor een ander doel de graadmeting eene driehoeks meting van den eersten rang over ons land wordt uitgespreid heeft men besloten in verband daarmede en onmiddellijk daaraan aanslui tende eene secundaire driehoeksmeting uit te voeren. Hierdoor wordt het voordeel verkregen dat de metingen voor het net van de eerste orde belangrijk verminderd worden. Voor de graadmeting is het namelijk noodig de astronomisch bepaalde punten Leiden en Utrecht door een drietal kettingen van driehoeken met het buitenland te verbinden. Door beide metin gen gezamenlijk uit te voeren, kunnen de metingen voor de graad meting zoodanig worden ingericht, dat zij tevens kunnen dienen voor de algemeene driehoeksmeting; zoodat het voor dit laatste doeleinde alleen nog noodig is de metingen uit te voeren op die punten die voor de graadmeting niet noodig zijn, terwijl tegelijk met de metingen op de driehoekspunten voor de graadmeting, voor zooverre de tijd dit toelaat, reeds vele waarnemingen voor de secun daire driehoeksmetingen kunnen plaats hebben. Hoewel nog niet in detail is vastgesteld, hoe de metingen zullen plaats hebben, kan men zich toch door vergelijking met hetgeen in andere landen plaats heeft, eenigszins een denkbeeld vormen van den omvang der werkzaamheden. In Pruissen is men sedert jaren bezig met eene dergelijke meting als voor ons land bedoeld wordt; aldaar heeft men aangenomen, dat per vierkante duitsche mijl 10 punten door triangulatie bepaald moeten worden. Daar ons land 600 dergelijke mijlen groot is, komen wij volgens dien maatstaf tot 600 X 10 dat is 6000 trigonometrisch op te nemen punten. Die punten worden aldaar onderscheiden in punten van de lste 2de, 3de en 4de orde, de metingen in die van de 1ste2de, en 3de orde. De punten van de 4de orde zijn die punten waar niet gemeten wordt, maar die uitsluitend bepaald worden door van uit de andere punten daarop te richten. De punten van lste, 2de en 3de orde zijn die punten die bepaald worden door de metingen respectievelijk van de lste 2de en 3de orde uitgevoerd op de wijze als hiervoor is aangegeven. Wat de verdeeling van de bovengenoemde 6000 punten volgens deze 4 orden betreft, deze zou ongeveer als volgt zijn:

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 154