133 lst0 orde 130 2de 530 3de 1340 4de 4000 te zamen 6000 Tot deze verdeeling is men op de volgende wijze gekomen. Ver spreidt men de punten van de lste 2de en 3de orde gelijkmatig over het terrein en vereenigt men die door lijnen dan verkrijgt men een aantal driehoeken dat ongeveer dubbel zoo groot is. Neemt men nu in ieder van die driehoeken een punt van de 4de orde aandan volgt daaruit dat het aantal punten van 4de orde dubbel zoo groot zal zijn als dat van de punten van lste 2de en 3de orde te zamen, dus 2/3 van het totale aantal. Van de 6000 punten zullen er dus 4000 van 4de en 2000 van hoogere orde zijn. Verdeelt men deze 2000 op dezelfde wijze in punten van de derde orde en van hoogere orde dan vindt men 1333 of in ronde cijfers 1340 punten 3de orde en 660 punten lste en 2de orde. Verdeelde men deze 660 punten op dezelfde wijze in punten lste en 2de orde dan zou men vinden 220 van de eerste en 440 van de tweede orde. Intusschen kan men het aantal punten van de eerste orde, waarvoor de metingen het kostbaarst zijn, wel wat kleiner nemen. Het verschil tusschen de metingen van de eerste en die van de tweede orde bestaat namelijk hoofdzakelijk in het gebruik van helio- trooplicht dat bij die van de tweede orde slechts in de uiterste nood zakelijkheid gebruikt wordt. Men zal dus het aantal punten van de eerste orde zoo moeten kiezen dat de afstanden tot de punten van de tweede orde zoodanig worden, dat zij zonder heliotrooplicht inge steld kunnen worden, en daarvoor is een kleiner aantal van b.v. 130 punten zooals boven gesteld werd voldoende. Wat den duur der metingen betreft kan men, altijd volgens de ondervinding in Pruissen opgedaan en onder de omstandigheden waarin men daar verkeert, stellen dat bij de driehoeksmeting van de eerste orde jaarlijks door één waarnemer de metingen op 10 punten, bij die van de 2de orde op 30 en bij die van de 3de orde op 42 punten worden uitgevoerd. Volgens dezen maatstaf is voor de 130 punten eerste orde 13 jaar, voor de 130 4- 530 660 punten lste en 2de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 155