134 orde waar de metingen 2de orde plaats hebben 660 30 22 jaar en voor de 2000 punten lste, 2de en 3de orde, waar de metingen 3de orde worden uitgevoerd 47 jaar noodig; dat is dus te zamen voor één waarnemer 13 22 47 82 jaar. Zullen de metin gen dus in 10 jaren afloopen en trekt men daarvan voor verkenning enz. nog een paar jaar af, zoodat de eigenlijke metingen in 8 jaren worden uitgevoerd, dan zullen daaraan dus een tiental waarnemers met de noodige assistentie moeten werken. De genoemde cijfers moeten natuurlijk slechts opgevat worden als eene ruwe benadering. De omstandigheden hier en in Pruissen zijn niet dezelfde; in ons vlak terrein zijn wij hoofdzakelijk wat dedrie- hoekspunten betreft op de kerktorens aangewezen, terwijl in Pruissen verreweg de meeste punten op het terrein zelve gelegen zijn, waar de metingen aanzienlijk eenvoudiger zijn, daar het alleen noodig is de punten door signalen zichtbaar te maken en door steenen in den grond vast te leggen, terwijl op de kerktorens meestal eerst inrich tingen gemaakt dienen te worden om de instrumenten voor de me tingen te kunnen opstellen, terwijl ook het duurzaam vastleggen van de driehoekspunten op de kerktorens veel omslachtiger is. De ondervinding zal dus moeten leeren in hoeverre de hier gemaakte schatting juist is.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 156