11 Cap. 15 idem, die alleen in lengte (drukfout in den titel) verschillen. Uitwijding over Tyge Brahe, Keppler en anderen. Cap. 16 bepaling der geographische ligging eener plaats uit haar azimut en afstand tot eene andere. Voorbeelden hiervan uit S n e 11 i u s' trian gulatie van uit Leiden wordt het azimut gesteld voor 's Hage 52° 21' 44" W; Oudewater 297° 4-8', Amsterdam 226° 49', Utrecht 277° 23'. Bij grootere afstanden zou hiervoor spherische trigonometrie noodig zijn, zegt Snellius p. 242, en hij behandelt ook eenige soort gelijke vraagstukken op die laatste manier. Cap. 17 Methode van Maurolycus om de lengte van 1° te be palen uit de kimduiking van af een berg van bekende hoogte. On zekerheid dezer methode wegens de refractie. p. 263 finis, p. 264 Errata. 3. De herziene Uitgave door Mitsschenbroek. {zie blz. 17 en 40.) Eenigen tijd na de uitgave van zijn boek mat Snellius in den omtrek van Leiden, met zijne leerlingen en tot hun onderricht, eenige hoeken. Hij bemerkte toen, dat deze niet overeenstemden met de vroegere, en dat in zijn boek vele onjuiste hoeken en berekeningen voorkwamen. Hij mat daarom alle hoeken (alleen die van het pri maire net; v. d. Pi) opnieuw en zette de triangulatie zelfs voort tot Antwerpen en Mechelen. De verbeteringen schreef hij in een exem plaar der Eratosthenes batavus, en berekende alle driehoeken op nieuw met de vroeger gevonden afstand H L 4103,3 R als grond lijn. Hij was voornemens deze verbeterde editie in het licht te ge ven, toen in Januari 1622 een strenge vorst al het lage land om Leiden met een ijs vlakte bedekte. Van deze gunstige gelegenheid maakte Snellius gebruik om drie nieuwe bases te meten. Tevens nam hij in het basesnet Noordwijk op, en berekende met de nieuwe bases de afstanden LH en LH1. De eerste vond hij nu 15 R langer dan in 1615, Maar eensdeels werd hij afgeschrikt door de langwijligheid der berekeningen, andererzijds overviel hem eene ziekte, die in 1626 zijn dood ten gevolge had. En zoo bleef het verbeterde werk onuitgegeven liggen, totdat (zie 1) het eene eeuw later in handen van Musschenbroek kwam. Van Meche len en Antwerpen werden de hoekwaarnemingen niet teruggevonden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 15