139 zijn aan krimping en rekking, waardoor natuurlijk het verband tus- schen beide bladen verbroken wordt. Is er alzoo nu bij de voorschriften gelet op de eischen, die men aan een goed bijblad moet stellen, toch rijst de vraag of het niet wenschelijk en uitvoerbaar ware, de kaarteering van de opmetingen te verrichten alléén op het bijblad en daarna op de hulpkaarten den nieuwen toestand van het bijblad over te nemen, na vooraf daarop zoo noodig den ouden stand, desnoods als voorheen in den tijd van de schetsen, ook afzonderlijk te hebben overgenomen en bijv. in blaauw getrokken. Mij dunkt, dat daarvoor veel te zeggen valt. Ten eerste toch zou dit veel tijdsbesparing geven. In aanmerking genomen toch de korte winterdagen, waarop de bijwerking moet plaats hebben, zal men het gemiddelde van het getal perceelen, die door één landmeter op één dag, bij wijze van kaar teering bijgewerkt kunnen worden wel niet hooger kunnen stellen dan op 25 h 35, al naar gelang van de plaatselijke gesteldheid ten opzichte van de indeeling van het terrein en de soort der perceelen, die doorgaans jaarlijksch bij de opmetingen betrokken zijn. Daarnaar gerekend zal dus een landmeter voor zijne taak bij deze bijwerking ongeveer 40 of 30 dagen noodig hebben. Bii kaarteering, gedurende 't metingsaizoen, op 't bijblad wordt bij de samenstelling der hulpkaarten slechts den meerderen tijd vereischt, noodig voor 't uitschrappen op 't bijblad, het overnemen van den nieuwen en, zoo noodig, van den ouden toestand afzon derlijk, op de hulpkaarten. Die overneming van het bijblad op de hulpkaarten, vooral wanneer daarvoor helder papier beschikbaar is, kan voldoende nauwkeurig geschieden, (wat omgekeerd niet gezegd kan worden, vooral niet ten aanzien van de roode lijnen,) in aanmerking genomen, dat de natuur gedurende het metingtijdperk zoo krachtig te hulp komt door de meerdere helderheid der lucht. Ten tweede behoudt men daarbij, vooral bij kaarteering van bouw terreinen, waarbij, zooals bekend is, soms zoo talrijke metingstuk ken in één dienstjaar een zelfde terrein betreffen, beter verband in de kaarten. Ten derde verzekert deze bewerking de overeenstemming van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 161