141 bijna een geheel, althans een groot deel van een blad in de op meting betrokken is, zooals dat plaats kan hebben bijv. in duin en zandstreek, langs onze stroomen en zeegaten ten gevolge van verandering van bebouwing, ontginning, markverdeeling, inpoldering, droogmaking, aanwas enz., waarbij soms voor de bijwerking zooveel op 't bijblad uitgeschrapt zou moeten worden. Mij dunkt, dat het in zoo'n geval wenschelijk ware, dadelijk een geheel nieuw bijblad aan te leggen en daarop de meting te kaar- teeren, om verder naar gelang van den beschikbaren tijd, te ge lijkertijd of later, door overneming van de onveranderde perceelen van het oude bijblad, het nieuwe aan te vullen, om zoodoende weer een geheel vernieuwd bijblad te bekomen. Voor het opmaken der hulpkaart ware dan het nemen van eene eenvoudige aftrek van het bijblad weer voldoende. Inderdaad, de voordeelen winnen het in deze dunkt mij van de bezwaren. En mocht een op die wijze tot den rang van minuut plan verheven bijblad later door slijtage vernieuwing vereischen, dan zou een nauwkeurige aftrek daarvoor voldoende zijn. Het voor ruim 10 jaren gestaakte werk van vernieuwing der bij bladen, schijnt thans weder met kracht voortgezet te zullen worden. Voor deze vernieuwing en andere doeleinden zoude het natuurlijk van veel belang zijn, te kunnen beschikken over al de gedurende de instandhouding van het kadaster opgemaakte veldaanteekeningen. Aan sommige bewaringen, volgens mijne ervaring o. a. te Zwolle, zijn die vrij volledig aanwezig, aan andere begint de verzameling eerst in de buurt van het jaar 1870. Waar mag het ontbrekende toch schuilen? Reeds bij resolutie dd. 10 Juli 1835 n° 106 D. B., opgenomon onder n° XII in n° X van de vroeger genoemde reeks circulaires, toch is voorgeschreven, dat de landmeters de bij hen voorhanden veldaanteekeningen, voorzien van de aanwijzing van de nommers der perceelen, waartoe ze behooren, moesten overleggen aan den bijzonderen bewaarder, ten einde bij de betrekkelijke schetsen te worden bewaard en dat zij tevens voor het vervolg deze aanteekeningen meesten voegen bij de door hen te vervaardigen schetsteekeningen. Bij de opheffing der bizondere bewaringen (1 April 1839) is in

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 163