145 Reeds langen had tijd het verlangen naar zulk eene maat bestaan, het is ook de laatste wensch van de Fransche akademie geweest, en de akte waarin tot de uitvoering werd besloten, eene van de laatste die het rampzalig tijd perk der groote politieke stuiptrekkingen voorafgingen. Wij zullen de verschillende discussien niet nagaan die gevoerd zijn, alvorens werd vastgesteld, dat het tien milloenste gedeelte van het aardekwadrant eenheid van het metrieke stelsel zou worden, alleen zij hier nog vermeld dat de Fran sche Commissie, bestaande uit BordaLagrange, Laplace, Monge en Condorcet in hun rapport van 19 Maart 1791 de lengte van den secondenslinger minder doelmatig achtten, om als maatstaf voor de eenheid te dienen, wijl de waarde eener natuurmaat voor een groot gedeelte afhankelijk is van de onverander lijkheid der voorwerpen waarvan ze is afgeleid, en tevens van de nauwkeurig heid waarmede zij gemeten kan wordende lengte van den slinger nu op eene bepaalde plaats is afhankelijk van de standvastigheid der zwaartekracht op die plaats, en van de onveranderlijkheid van den sterredag divan de omwentelingssnelheid der aardede lengte van een gemeten boog daarentegen hangt van geene andere grootheid af, van daar dat men deze waarde boven die van de slingerlengte verkoos. Had men eenmaal met juistheid de lengte van het aardekwadrant bepaald, dan zou het tienmillioenste gedeelte eenheid van een tiendeelig stelsel worden, waarbij eene hoogst eenvoudige betrekking tusschen vlakte, volume en gewicht, en de lineaire eenheid, zou bestaan. Eenmaal tot de meting van een boog van den meridiaan besloten zijnde, stelde de commissie voor, de meting van den boog Duinkerken Barcelona, welke ruim 9*/j graad bevatte waarvan 6 noordelijk en 31/a graad zuidelijk van den gemiddelden parallel gelegen waren, voorttezettenvoorts zou men op den 45sten breedtegraad slingerwaarnemingen verrichten, herleid tot het luchtledige, bij de temperatuur van smeltend ijs en aan den oever der zee, ten einde nauwkeurig het aantal schommelingen van een enkelvoudigen slinger te leeren kennen in een bepaalden tijd (etmaal) om, na het tien millioenste gedeelte van het aardekwadrant gevonden te hebben, door her leiding het aantal schommelingen van een slinger van die lengte te leeren kennen; dat aantal bekend zijnde zou men ten allen tijde die lengte door slingerwaarnemingen kunnen terugvinden. Wij zien uit het bovenstaande dat, mocht de Commissie aan de methode der graadmeting de voorkeur hebben gegeven, zij ook zoo veel mogelijk van de slingermethode trachtte gebruik te maken. Onder de voorgenomen werkzaamheden voor de meting van den boog stelde de Commissie voor, de oude bases, die bij de vroegere graadmeting van Cassini gebezigd waren, op nieuw te meten, de driehoeken te verifieeren en voorts het net tot Barcelona door te brengen. Voor de verschillende werkzaamheden, noodig voor de vaststelling van de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 167