155 Wel was Engeland eenigszins ten westen van den Franschen meridiaan ge legen, en bij de mogelijke ongelijkheid der meridianen zou het kunnen zijn dat men minder juiste resultaten verkreeg, bij de metingen met den slinger zouden die onregelmatigheden in den vorm der aarde echter minder gevoelig zijn. Toen het bureau „des longitudeshet nut eener vereeniging der triangula- tien van beide landen had aangetoond, en den wensch uitgedrukt dat B i o t met den slingertoestel van Borda over de geheele uitgestrektheid van den Engelschen boog waarnemingen zou mogen verrichten werd onmiddelijk de goedkeuring door het Engelsche gouvernement verleend. De minister van Binnenlandsche zaken L a i n bij wien iedere nuttige en eervolle zaak slechts de mogelijkheid tot grens had, verstrekte uit eigen bron nen de fondsen voor deze onderneming, zoodat Biot zich, voorzien van de uitstekendste instiumenten, den slingertoestel van Borda, den repetitiecirkel van Lenoir, de beste chronometers van Breguet, onmiddelijk naar Engeland kon begeven. Op Engelschen bodem werd de onderneming eveneens op alle mogelijke wijzen gesteund, in de eerste plaats door Sir Joseph Banks en vervol gens door kolonel Mud ge, die Biot vergezelde naar het fort Leith, alwaar met de waarnemingen een begin werd gemaakt. Daarna zouden zij worden voortgezet aan de Orcadische eilanden, de gren zen van den Engelschen boog. Op aanraden van Mudge werd echter de boog nog verder verlengd tot aan de Shetlandsche eilanden, door driehoeken waarvan de hoekpunten gelegen waren op de tusschenliggende rotsen Faira en Foula Behalve dat de Engelsche boog thans twee graden verlengd werd, kwam het eindpunt van den boog bijna op den meridiaan van Formentera te liggen en vormden de Engelsche en Fransche triangulatien thans een boog, bijna gelijk aan het vierde gedeelte van het aardekwadrant. De zwakke gezondheid van Mudge veroorloofde hem niet de onderneming mede te maken, met diens zoon Richard begaf Biot zich naar Lerwick, het zuidelijkste punt van de Shetlandsche eilanden. Op het kleine eilandje Unst werden echter de waarnemingen gedaan, daar dit nog een weinig ooste lijker en bijgevolg nog meer in de nabijheid van den meridiaan van Formentera gelegen was. Na de waarnemingen verricht te hebben, vereenigde Biot zich in Londen met Arago ten einde in het prachtige observatorium van Greenwich de laatste noodzakelijke metingen met den slinger te verrichten. Door Humboldt werd aan deze metingen deelgenomen. Uit de verschillende waarnemingen gedaan op verschillende punten van den meridiaanboog Formentera-Unst die eene uitgestrektheid had van 21s4m vonden Biot en Arago de afplatting der aarde gelijk aan

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 177