156 Behalve de triangulatie, door Airy met Colby in Engeland verricht, werd door eerstgenoemde geleerde nog eene lengtegraadmeting verricht, van Valentia op de westkust van Ierland tot aan Greenwich, waarbij het verschil in lengte der eindpunten door middel van buskruitontbranding werd bepaald. Voor de lengte van een graad van dezen boog vond hij 57226.83 toisen, welke lengte bijna volmaakt overeenstemde met de door Bessel bepaalde waarde van 57226,148 toisen voor den graad. De bizonderheden dezer meting werden beschreven in het werk „Deter mination of the longitude of Valentia Op voorbeeld van Frankrijk, begonnen ook de Engelschen eigen slinger waarnemingen te verrichten. In 1816 bepaalde kapitein Kater eerst de absolute lengte van den secon- denslinger voor Londen, en vervolgens op de zeven hoofdstations der groote Engelsche graadmeting tusschen Dunnose en Unst. Door vergelijking dier waarnemingen vond hij waarden voor de afplatting die varieerden tusschen -en -en die in het midden van den boog 230 598 gelijk was aan De oorzaak dier afwijkingen meende hij in locale aantrekkingen der nabu rige bergmassa's te moeten zoeken. Bij vergelijking der stations Arbury-Hill, Portsoy en Unst waar de aan trekking voor alle punten dezelfde moest zijn, vond hij voor de afplatting de 1 1 waarden en Ten einde den invloed der locale aantrekking te leeren kennen, werden door Fransche en Engelsche geleerden in de meest verwijderde streken der aarde proeven met den slinger gedaan. De Franschen richtten hun oog voornamelijk op het Zuidelijk halfrond. Op de ontdekkingsreizen van Freycinet en Duperrey werden tege lijkertijd slinger waarnemingen verricht. In Rio de Janeiro, aan de kaap de Goede Hoop, op Isle de France, op de eilanden Ra wak, Guam, Movi, te Port Jackson en op de Malvinen wer den verschillende waarnemingen gedaan, die in verband met die te Parijs, en vereffend volgens de methode der kleinste kwadraten voor de afplatting eene waarde van q gaven. Volgens hunne waarnemingen scheen op Isle de France, Guam en Movi eene locale aantrekking te bestaan, deze drie plaatsen niet in aanmerking genomen werd de afplatting ggjgTj" De Engelschen zonden in 1822 kapitein Sabine naar den equator om 8 1 334.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 178