157
daar de lengte van den enkelvoudigen secondenslinger te bepalen, van daar
terug gekeerd ging hij onmiddelijk met een der schepen uitgerust voor Parrij's
Noordpool expeditie naar Noorwegen, Groenland en Spitsbergen ten einde
ook daar dezelfde waarnemingen te verrichten.
Voor en na zijne terugkomst vergeleek Sabine telkens zijnen slinger op de
uormaalplaats het huis van zijn zwager Henry Browne Portland square te
Londen, vereffende zijne waarnemingen 13 in getal, die zich uitstrekten van
13 graden Zuider Breedte, tot 80 graden Noorder Breedte, volgens de metho
de der kleinste kwadraten en vond voor de afplatting
288.3
Vervolgens voegde hij bij zijne eigene waarnemingen ook nog die van de
Fransche geleerden van den boog Duinkerken-Formentera en die van Kater
tusschen Dunnose en Unst.
Uit al deze waarnemingen 25 in getal vond hij voor de waarde der af
platting 2gg~g welke grootheid zeer nabij overeenkomt met de verhouding
van de middelpuntvliedende- en zwaartekracht aan den equator.
Uit de overeenstemming der resultaten van Sabine en Freycinet blijkt
dat beide halfronden van onzen planeet dezelfde afplatting hebben, en dus
niet zooals Lacaille meende, na zijne verrichte graadmeting aan de kaap de
Goede Hoop, van ongelijke gedaante zijn.
Uit al deze resultaten evenals uit die uit de graadmetingen verkregen,
blijkt tevens dat op verschillende plaatsen van beide halfronden afwijkingen
voorkomen, waardoor de aarde geen zuivere omwentelingselipsoide is, en dat
het inzicht van Laplace in zijne Mécamque cêleste ontwikkeld, bevestigd
wordt, namelijk dat de ware vorm der aarde eene omwentelingselipsoide
met kleine oneffenheden is.
Lengtegraadmetingen in Frankrijk.
De schoone resultaten verkregen bij de opmeting van den boog Duinkerken-
Formentera noopte het Fransche gouvernement eene nieuwe meting te laten
verrichten, doch thans van een boog loodrecht op dien van den meridiaan,
met het tweeledig doel om de triangulatien in Istrie en Opper-Italie door een
nieuw net van driehoeken aan de groote Fransche driehoeksmeting te ver
binden, en vervolgens om daardoor den grond te leggen tot eene lengte
graadmeting van den Atlantischen oceaan tot aan de Adriatische zee.
Sedert 1811 namelijk bestond in Opper-Italie een groot net van driehoeken
De slingerwaarnemingen door Sabine verricht zijn vermeld in „Au account of expert-
ments to determine the figure of the earth"